Onhaalbare SROI-verplichtingen in Wmo-aanbesteding

door | sep 5, 2024 | Algemeen

Gemeenten nemen in het bestek van Wmo-aanbestedingen vaak de eis op dat de opdrachtnemer een bepaald percentage van de opdrachtsom moet investeren in het leveren van een bijdrage aan de werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of aan andere activiteiten met een maatschappelijke impact (SROI). Een percentage van 2 tot 5% komt veel voor.

In principe wordt een SROI-investeringsverplichting van 5% of minder niet als onredelijk gezien. Die verplichting is echter wel onredelijk als het in de praktijk niet haalbaar is om voldoende medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt te vinden, of om andere activiteiten met een maatschappelijke impact uit te voeren. Voor veel aanbieders van huishoudelijke hulp is het bijzonder lastig om aan deze eis te voldoen.

Als de aanbieder dus kan aantonen dat het in de praktijk niet haalbaar is om voldoende medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt te vinden of om andere activiteiten met een maatschappelijke impact uit te voeren, dan is een degelijke SRIO-eis disproportioneel. Ook een boeteclausule die niet in verhouding staat tot de schade die de gemeente leidt is disproportioneel.

Belangrijk is dat de SROI-medewerkers worden ingezet voor de uitvoering van de onderhavige opdracht. Er kan dus niet voldaan worden aan de SROI-verplichting door het voorgeschreven percentage te besteden aan allerlei andere sociale projecten die niet zijn gerelateerd aan de diensten die in het kader van de aanbesteding worden geleverd. Een gemeente die dit toestaat handelt in strijd met het aanbestedingsrecht.

Bij de vaststelling van de hoogte van het uurtarief moet de gemeente bovendien rekening houden met de SROI-verplichting. Oftewel: als SROI-medewerkers duurder zijn dan ‘gewone’ medewerkers, dan moet hier in de berekening van het uurtarief rekening mee worden gehouden.

Heb je vragen over de SROI verplichtingen? Neem dan contact op met de SPOT Helpdesk, we helpen je graag verder.