Medicatiegebruik ouderen: betere samenwerking en periodieke evaluaties nodig

door | mei 29, 2024 | Algemeen

 

Het eindrapport ‘Optimaliseren van medicatiegebruik bij ouderen’ is een evaluatie in opdracht van het ministerie van VWS, gericht op medicatiebeoordelingen, het minderen en stoppen van medicatie, en valpreventie. Het doel was om te bepalen hoe deze interventies bijdragen aan medicatieveiligheid en om gerichte aanbevelingen te formuleren.

Resultaten tonen aan dat medicatiebeoordelingen farmacotherapiegerelateerde problemen verminderen, hoewel het effect op klinische eindpunten zoals ziekenhuisopnames onduidelijk blijft. Valpreventie blijkt effectief wanneer multidisciplinair benaderd. Aanbevelingen richten zich op regelmatige medicatie-evaluaties, betere samenwerking tussen zorgverleners, en vergroting van de bekendheid onder patiënten. Er is ook behoefte aan verder onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van deze interventies op lange termijn.

Aanleiding

Een groot deel van de Nederlandse ouderen heeft één of meer chronische aandoeningen en gebruikt daarvoor één of meer geneesmiddelen. Medicatie-incidenten komen vooral bij ouderen voor. Om gezondheidsschade bij de groeiende groep ouderen te voorkómen, is het daarom belangrijk dat hun medicijngebruik optimaal is. Eén van de doelstellingen van het beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is het optimaliseren van de farmaceutische patiëntenzorg door het terugdringen van het aantal vermijdbare medicatiegerelateerde incidenten. Om te borgen dat het beleid het maximale gewenste effect heeft, heeft het ministerie van VWS de stand van de medicatieveiligheid in Nederland en de effecten van het staande beleid in de afgelopen 15 jaar meerdere keren laten onderzoeken (HARM Wrestling 2012, Vervolgrapport Medicatieveiligheid 2017).

Mede naar aanleiding daarvan hebben verschillende groepen professionals en onderzoekers verschillende interventies ontwikkeld om te komen tot het optimaliseren van het medicijngebruik bij ouderen. Dit rapport betreft een in 2023 uitgevoerd onderzoek naar de stand van zaken op het gebied van medicatieveiligheid bij ouderen, met als onderwerpen medicatiebeoordelingen, minderen en stoppen van medicatie en medicatiegerelateerde valpreventie. Op grond van de risicoanalyses in de eerdere onderzoeken naar medicatieveiligheid, hebben deze onderwerpen de afgelopen jaren aandacht gekregen binnen de beroepsgroepen, onder andere via richtlijnontwikkeling. Daarom is het wenselijk nu de stand van zaken en opbrengsten in de dagelijkse praktijk in kaart te brengen.

Onderzoeksresultaten

De resultaten tonen aan dat medicatiebeoordelingen bijdragen aan het verminderen van farmacotherapiegerelateerde problemen (FTP’s) zoals medicatiefouten, hoewel er geen eenduidig bewijs is voor een reductie in ziekenhuisopnames en mortaliteit. Valpreventie-interventies zijn vooral effectief als ze multidisciplinair zijn, waarbij aandacht voor medicatie gecombineerd wordt met bijvoorbeeld fysieke oefening. Het database-onderzoek laat zien dat het aantal gedeclareerde medicatiebeoordelingen fluctueert en in 2022 rond 100.000 lag.

Aanbevelingen

Belangrijke aanbevelingen zijn onder andere: periodieke medicatie-evaluaties voor alle oudere patiënten die chronisch geneesmiddelen gebruiken, integratie van medicatiegerichte valpreventie in multidisciplinaire programma’s, en stimulering van onderzoek naar de lange termijn effecten van medicatiebeoordelingen en het minderen en stoppen van medicatie. Daarnaast wordt voorgesteld om de bekendheid van medicatie-evaluaties onder burgers te vergroten en patiënten meer te betrekken in de besluitvorming rondom hun medicatiegebruik.

Tot slot benadrukt het rapport het belang van voldoende tijd en middelen voor zorgverleners om medicatie-evaluaties effectief uit te voeren en wijst het op de noodzaak van een betere samenwerking en communicatie tussen verschillende zorgverleners.

Zie ook voorgaande berichtgeving ‘Kamerbrief over eindrapport medicatiegebruik bij ouderen‘.

Bron: Rijksoverheid

Mede tot stand gekomen dankzij ons Public Affairs kantoor BPRA.