Afgelopen week was het relatief rustig in Den Haag, niet omdat alle aandacht was gericht op het Songfestival, maar omdat de Kamer met meireces was. Alleen de tweede week van het reces werd ook weer de formatie opgepakt, en nu met succes. Woensdagnacht waren de vier partijen er helemaal uit en donderdagochtend werd het Hoofdlijnenakkoord gepresenteerd.
De nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB wil het aantrekkelijker maken om te werken in de zorg, preventie moet meer centraal komen te staan en palliatieve zorg en jeugdzorg moeten verbeteren. De ouderenzorg krijgt meer geld en de cure- en care-sector moet worden doorgelicht op passende zorg. Voor zzp’ers zal het moeilijk worden om nog in de zorg te werken. Het eigen risico wordt meer dan gehalveerd. Dit alles staat in het Hoofdlijnenakkoord ‘Hoop, Lef en Trots’ van de nieuwe coalitie.
De voor SPOT belangrijkste elementen in het akkoord
Gezondheidszorg is van onschatbare waarde. De mensen die in de zorg werken en zich dagelijks inzetten voor de patiënten verdienen respect. Zij bieden de patiënten een beschermde omgeving. Dat is ook van belang voor onze ouderen die onze welvaart en samenleving hebben opgebouwd en zorg verdienen als het daarop aankomt. Door vergrijzing van de bevolking, krapte op de arbeidsmarkt en stijgende kosten is toegang tot de zorg lang niet voor iedereen en niet overal in ons land vanzelfsprekend.
Een aantal maatregelen worden genomen om dit te verbeteren:
- Meer dan halveren van het eigen risico in de zorg tot het niveau van 165 euro in 2027, wat zorgmijding beperkt en voor langdurig en chronisch zieken drempels wegneemt.
- Versterking van de positie van de eerstelijnszorg, waaronder de huisarts, wijkverpleging en van mantelzorgers. Ook door verbetering van de onderlinge samenwerking.
- Een veilig, decentraal vormgegeven elektronisch patiëntendossier, ook voor uitwisseling van gegevens binnen de zorg, met inachtneming van privacy en gegevensbeveiliging.
- De voorwaarden van de zorgpolis, inclusief contractering, moeten glashelder zijn bij het afsluiten van de polis. De Nederlandse Zorgautoriteit ziet toe op de begrijpelijkheid van de polisvoorwaarden.
Arbeidsomstandigheden en preventie
Voor nu en voor de langere termijn wordt er ingezet op het aanpakken van de personeelskrapte in de zorg. Dit heeft een grote prioriteit. Daarom wordt het aantrekkelijker gemaakt om in de zorg te werken door middel van meer autonomie, loopbaanperspectief, goede arbeidsvoorwaarden en beperking van regeldruk en van administratieve lasten, bijvoorbeeld door meer innovaties. Er wordt gestimuleerd dat personeel in loondienst eerste keuze krijgt bij roosterindeling en de nieuwe coalitie wil de plannen om het aantal zzp’ers fors te beperken doorzetten. Daarnaast worden agressie en geweld tegen zorgverleners en fraude in de zorg aangepakt.
Goede regionale afspraken tussen ziekenhuizen zijn noodzakelijk over bereikbaarheid bij acute zorg in de buurt, en van streekziekenhuizen. De insteek wordt dat streekziekenhuizen behouden blijven. Er wordt onderzoek gedaan naar alternatieve bekostigingsvormen van de spoedzorg, anders dan het huidige stelsel van marktwerking.
Verder moet preventie meer centraal komen te staan, inclusief sporten en bewegen. Dit om de gezondheid te verbeteren, gezondheidsverschillen te verkleinen en de zorgvraag te beheersen.
Kwaliteit en innovatie
Er wordt geïnvesteerd in betere ouderenzorg voor bijvoorbeeld zorg-/verpleegplekken voor ouderen. Om de samenwerking tussen alle zorg- en hulpverleners in de laatste levensfase te borgen, wordt bezien hoe in de verschillende zorgwetten het recht op palliatieve en terminale zorg kan worden geborgd. Verder moet cure en care worden doorgelicht op bewezen niet-effectiviteit en noodzakelijkheid om zo onnodige zorgvraag en overbehandeling te voorkomen. Ook is meer controle nodig op aanbieders die misbruik maken van het stelsel. De zorg wordt zo georganiseerd dat die in de keten op de best mogelijke plek plaatsvindt. Er wordt een plan gemaakt om de “beheersbaarheid van zorguitgaven en de kwaliteit van de zorg” te vergroten.
SPOT in Den Haag
Veel elementen zijn in het Hoofdlijnenakkoord niet geconcretiseerd. Dat zal verder moeten worden uitgewerkt door de uiteindelijke vakministers samen met de Tweede Kamer. Het parlement heeft daarin nu dus ook veel meer speelruimte. Dat is goed nieuws voor SPOT. SPOT heeft samen met BPRA Public Affairs de laatste jaren veel geïnvesteerd in contacten met woordvoerders en ook met de nieuwe woordvoerders zijn we al goed on speaking terms. SPOT zal de woordvoerders meenemen op werkbezoeken, uitnodigen voor gesprekken of wellicht zelfs voor bijdragen aan onze ledenvergaderingen. Waren woordvoerders tot op heden nogal afhoudend met het aanvaarden van uitnodigingen, nu er meer duidelijkheid is over het Kabinet, zal er veel meer rust zijn in het parlement en ruimte voor contact met externe partijen. Voor de korte termijn betekent het wel dat alle aandacht zich zal richten op het nieuwe Kabinet en de voorstellen, waardoor de reguliere commissievergaderingen wat op de achtergrond geraken. Die regelmaat zullen we later dit jaar weer terug zien.
Heel snel zal de formateur, naar verluid Ronald Plasterk , de gesprekken voeren met de kandidaten voor het Kabinet. Ook dat wordt ietsje anders dan voorheen. Afgesproken is dat de helft van het aantal bewindslieden buiten de kamer wordt gezocht. In het verleden zagen we dat veel mensen uit de fracties doorschoven het kabinet in. Dat zal nu aanzienlijk minder gaan plaats vinden. In de wandelgangen worden diverse namen genoemd. Wie uiteindelijk naar VWS gaat is ongewis, maar de namen van Fleur Agema en Nicky Pouw (van de BBB en voorheen JA21) worden regelmatig genoemd.
SPOT volgt samen met BPRA Public Affairs de ontwikkelingen, benaderen we de nieuwe bewindspersonen en bereiden we de gesprekken en bezoeken voor, en zullen we binnenkort eindelijk stappen kunnen nemen met VGZ.
Dit artikel is mede tot stand gekomen door BPRA Public Affairs.