Ontwerpwijzigingen Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en Besluit langdurige zorg: Wat verandert er voor Wmo-aanbieders?

door | mei 1, 2025 | Algemeen

De staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg, Vicky Maeijer, heeft een ontwerpbesluit aangeboden aan de Tweede Kamer dat ingrijpende wijzigingen voorstelt in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en het Besluit langdurige zorg. Deze wijzigingen hangen nauw samen met het wetsvoorstel ‘Wet vervanging abonnementstarief Wmo 2015’, dat op 26 maart 2025 bij de Kamer is ingediend. Dit wetsvoorstel beoogt het huidige, vaste abonnementstarief voor Wmo-maatwerkvoorzieningen te vervangen door een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage (ivb)

Sinds de invoering van het vaste abonnementstarief (€21 per maand) in 2019 is het gebruik van Wmo-ondersteuning fors toegenomen, ook door mensen die deze hulp zelf zouden kunnen betalen. Dit heeft geleid tot wachtlijsten en financiële druk bij gemeenten. Met de dubbele vergrijzing in het vooruitzicht, neemt deze druk verder toe. De overheid wil met de nieuwe ivb het principe herstellen dat cliënten naar draagkracht bijdragen aan hun ondersteuning, zodat de Wmo toegankelijk blijft voor mensen die het écht nodig hebben.

Wat houdt het ontwerpbesluit in?

Het ontwerpbesluit werkt de nieuwe inkomens- en vermogensafhankelijke bijdrage concreet uit. De belangrijkste punten:

  • Afschaffing abonnementstarief: Het vaste tarief vervalt voor maatwerkvoorzieningen in de Wmo 2015.
  • Invoering ivb: De eigen bijdrage wordt afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt. Hoe hoger het inkomen en vermogen, hoe hoger de bijdrage. Alleenstaanden met een inkomen tot circa €24.500 per jaar betalen niet meer dan de minimale bijdrage van €23,60 per maand; voor meerpersoonshuishoudens geldt een grens van circa €34.000 per jaar. De maximale bijdrage loopt op tot €328 per maand voor alleenstaanden met een inkomen vanaf circa €61.000 en meerpersoonshuishoudens vanaf circa €70.500 per jaar.
  • Gemeentelijke beleidsvrijheid: Gemeenten mogen bepaalde groepen op basis van hun inkomen vrijstellen van de eigen bijdrage, of op individueel niveau maatwerk bieden als iemand financieel in de knel komt.
  • Voorkomen van stapeling: Het ontwerp bevat regels om te voorkomen dat cliënten met meerdere zorgbehoeften te maken krijgen met een onredelijke stapeling van eigen bijdragen.
  • Uitzonderingen: Er zijn uitzonderingen voor specifieke groepen cliënten, bijvoorbeeld voor beschermd wonen en opvang.
  • Duidelijke termijnen: Het besluit regelt termijnen voor het opleggen van bijdragen en procedures rond bezwaar en beroep.

Toelichting op de wijzigingen

De toelichting bij het ontwerpbesluit benadrukt dat de nieuwe ivb eenvoudiger en transparanter moet zijn dan de oude, complexe systematiek van vóór 2019. De minimum-ivb is bewust laag gehouden voor mensen met een inkomen tot 135% van het sociaal minimum, mede vanwege de extra kosten waarmee mensen met een beperking te maken hebben. Het kabinet wil zo voorkomen dat mensen met een laag inkomen en een beperking financieel in de knel komen.

Daarnaast wordt de beleidsvrijheid van gemeenten vergroot, zodat zij beter kunnen inspelen op lokale situaties en individuele omstandigheden. Ook is er aandacht voor het beperken van de administratieve lasten en het voorkomen van uitvoeringsproblemen die eerder speelden bij een inkomensafhankelijke bijdrage.

Samenhang met het wetsvoorstel

Het ontwerpbesluit is een uitwerking van het wetsvoorstel ‘Wet vervanging abonnementstarief Wmo 2015’. Dit wetsvoorstel biedt de wettelijke basis om de ivb in te voeren en uit te werken in een algemene maatregel van bestuur. Het ontwerpbesluit geeft de Kamer nu al een concreet beeld van de beoogde vormgeving van de ivb, zodat tijdens de behandeling van het wetsvoorstel hierover duidelijkheid bestaat.

Gevolgen voor kleinschalige zorgaanbieders

Voor leden van Vereniging SPOT, die actief zijn in de kleinschalige zorg en Wmo-ondersteuning bieden, betekent deze wijziging dat zij te maken krijgen met een andere financieringssystematiek voor hun cliënten. De verwachting is dat de druk op voorzieningen afneemt, zodat ondersteuning beschikbaar blijft voor de meest kwetsbaren. Tegelijkertijd vraagt de nieuwe systematiek om goede voorlichting aan cliënten en nauwe afstemming met gemeenten over de uitvoering en de invulling van maatwerk.

Planning

Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel en het bijbehorende besluit per 1 januari 2027 in werking treden. Om dit te halen, moet de publicatie in het Staatsblad uiterlijk 1 april 2026 plaatsvinden. Vereniging SPOT blijft de ontwikkelingen nauwgezet volgen en ondersteunt haar leden bij de implementatie van de nieuwe regels. Voor vragen of ondersteuning kunnen leden terecht bij de SPOT-helpdesk (helpdesk@verenigingspot.nl).

Dit artikel is met behulp van AI tot stand gekomen.

Bron: Rijksoverheid, Overheid, Tweede Kamer, Rijksoverheid, Overheid, Raad van State, Rijksoverheid