Het bestuur en de toezichthouders van een zorgorganisatie hebben een belangrijke taak in het bewaken en beter maken van de kwaliteit van zorg. De wijze van besturen en toezicht houden is beschreven in de Governancecode Zorg 2022.
De Governancecode gaat uit van zeven principes op basis waarvan een bestuur en een raad van toezicht hun werk doen. De code is een instrument om de governance zo in te richten dat die bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, het realiseren van de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie en het maatschappelijk vertrouwen. In het kort gaat het om de volgende zeven principes:
- Goede zorg: Het maatschappelijke doel en het bestaansrecht van iedere zorgorganisatie is het bieden van goede zorg aan cliënten.
- Waarden en normen: Bestuur en raad van toezicht hanteren waarden en normen die passen bij de maatschappelijke positie van de zorgorganisatie.
- Invloed belanghebbenden: Bestuur en raad van toezicht zorgen ervoor dat alle interne en externe belanghebbenden passende invloed hebben.
- Inrichting governance: Bestuur en raad van toezicht zijn ieder vanuit hun eigen rol verantwoordelijk voor de governance van de zorgorganisatie.
- Goed bestuur: Het bestuur bestuurt de organisatie zorgvuldig en gericht op haar maatschappelijke doelstelling.
- Verantwoord toezicht: De raad van toezicht doet haar werk vanuit de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie.
- Altijd in ontwikkeling: Bestuur en raad van toezicht blijven hun professionaliteit en deskundigheid continu ontwikkelen.
Moet je voldoen aan de Governancecode?
Een groot deel van de wettelijke eisen aan goed bestuur zijn opgenomen in de Governancecode, zoals eisen in de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) en de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Zorgverzekeraars stellen de toepassing van de Governancecode Zorg doorgaans verplicht. Mede om deze redenen stelt het Kwaliteitsreglement van SPOT dat SPOT-leden conform de Governancecode moeten handelen.
Zorgaanbieders die uitsluitend ondersteuning vanuit de Wmo leveren vallen buiten de reikwijdte van de code en hoeven de Governancecode niet verplicht te hanteren. Niettemin kan een gemeente toepassing van de Governancecode voorschrijven als onderdeel van de overeenkomst. Ook kan een zorgaanbieder er zelf voor kiezen om de uitgangspunten van de Governancecode te gaan implementeren, bijvoorbeeld door het instellen van een toezichthoudend orgaan. Mogelijk zal de Governancecode in de nabije toekomst ook voor aanbieders van Wmo-ondersteuning gaan gelden.
Kleinschalige zorgorganisaties en de Governancecode
Organisaties met minder dan 50 medewerkers hoeven de Governancecode Zorg niet integraal toe te passen. De organisaties moeten goede zorg leveren (principe 1) en zoveel mogelijk de waarden en normen uit principe 2 toepassen. De uitgangspunten in principe 2 zijn grotendeels al vastgelegd in wet- en regelgeving. De handelswijze bij een tegenstrijdig belang van een bestuurder of toezichthouder moet bijvoorbeeld op grond van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) zijn vastgelegd in de statuten van de rechtspersoon.
Op korte termijn wordt het voor organisaties met meer dan 25 werknemers verplicht om een vertrouwenspersoon aan te stellen. Veel zorgaanbieders die net onder de 50 medewerkers hebben, kiezen er mede daarom al voor om de Governancecode Zorg volledig toe te passen.
Het opzetten van een raad van bestuur
Een (raad van) bestuur is voor elke rechtspersoon verplicht. Bestuurders mogen van buiten de organisatie afkomstig zijn.
Omdat bestuurders aansprakelijk kunnen zijn voor het (dis)functioneren van de organisatie, moet de bestuurder verantwoordelijk zijn voor de vaststelling van het beleid en voldoende op de hoogte zijn van de gang van zaken binnen de organisatie.
Het bestuur van een stichting of BV mag uit 1 bestuurder bestaan. Die bestuurder mag tevens de enige aandeelhouder zijn, de bestuurder is dan directeur en grootaandeelhouder (dga). Een eigenaar van een BV hoeft niet tevens bestuurder te zijn, bij een BV is de eigenaar dan (een deel van) de aandeelhoudersvergadering die toeziet op het bestuur. Een stichting heeft geen eigenaar, iemand kan wel kapitaal in de stichting inbrengen.
Het opzetten van een raad van toezicht
Zorgaanbieders met meer dan 10 zorgverleners moeten op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) een toelatingsvergunning te hebben. Omdat aan toelating de eis verbonden is om een toezichthoudend orgaan in te stellen, geldt deze eis dus ook voor organisaties met meer dan 10 zorgverleners (natuurlijke personen, het maakt niet uit of het parttimers of fulltimers zijn).
Een toezichthoudend orgaan moet uit minimaal 3 leden bestaan (artikel 6 lid 1 Uitvoeringsbesluit Wtza). De toezichthouders moeten personen van buiten de organisaties zijn die deskundig en onafhankelijk toezicht kunnen houden.