Het gebruik van cliëntprofielen voor een nieuwe bekostiging van de wijkverpleging is opnieuw verder uit zicht gekomen. Demissionair minister Conny Helder liet in één van haar laatste brieven aan de Tweede Kamer weten dat er opnieuw een tegenslag is voor het gebruik van cliëntprofielen.
In een brief van 12 juni 2024 liet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) weten dat het verplichte gebruik van cliëntprofielen in de wijkverpleging zou worden afgeschaft. Dit besluit kwam na de aangenomen motie van de leden Joseph (NSC) en Agema (PVV). De minister stelde voor om prestatiebeschrijvingen op basis van cliëntprofielen volgens het Draagkracht Draaglast model (DKDL-model) optioneel te maken.
Of de cliëntprofielen nu echt helemaal van de baan zijn, is niet duidelijk. Het feit dat de cliëntprofielen volgend jaar niet verplicht worden, zorgt er wel voor dat het gebruik van cliëntprofielen als basis voor de bekostiging van de wijkverpleging weer verder uit zicht is gekomen. Daarnaast heeft het ook gevolgen voor de deelnemers aan het NZa-experiment met de nieuwe bekostiging. Zij mogen niet declareren op basis van cliëntprofielen.
Jarenlange discussie
Over het gebruik van cliëntprofielen, die de zorgbehoefte beschrijven, als basis voor bekostiging van de wijkverpleging is al jaren discussie. Bekostiging op basis van cliëntprofielen moest een vervanging worden van de huidige bekostiging op basis van prijs en zorgvolume. Cliëntprofielen moesten het mogelijk maken om beter te voorspellen hoeveel zorg iemand nodig heeft. Het grootste bezwaar van de tegenstanders was dat zorg lastig te voorspellen is en dat wijkverpleegkundigen nu al in staat zijn om passende indicaties te stellen in de praktijk.
Ondanks de bezwaren uit het zorgveld beoogden de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en VWS om de cliëntprofielen, na een experiment met een beperkt aantal zorgaanbieders, verplicht te stellen per 2025. Deze verplichting stuitte dit jaar op motie van de Kamer en was dus al van de baan. De NZa heeft vervolgens de landsadvocaat gevraagd wat de gevolgen zouden zijn van het wegvallen van deze verplichting voor de zorgaanbieders die meedoen met het experiment met de cliëntprofielen.
Grote gevolgen
De NZa vroeg de landsadvocaat of het ontbreken van een wettelijke registratieverplichting ook betekende dat de doorbrekingsgrond van het medisch beroepsgeheim zou wegvallen. Dit werd bevestigd. Hierdoor mogen aanbieders van wijkverpleging hun medisch beroepsgeheim niet doorbreken door cliëntprofielen te registreren en aan te leveren, waardoor de voorgestelde aanwijzing juridisch onuitvoerbaar bleek. Aanbieders van wijkverpleging mogen dus niet declareren op basis van cliëntprofielen, ook niet in het kader van het experiment van de NZa. Daarom besloot de minister deze aanwijzing niet te versturen.
Experiment gaat door
Ondanks de conclusie van de landsadvocaat, wil de minister nog niet helemaal afscheid nemen van het experiment met de cliëntprofielen. Het kan niet meer gebruikt worden om te declareren, maar wel om zorg te bepalen. Helder informeerde de Kamer over het voornemen om een nieuwe aanwijzing te sturen aan de NZa, met als doel het experiment over de bekostiging in de wijkverpleging aan te passen. Het experiment zal doorgaan, maar zonder de verplichting tot registratie en aanlevering van cliëntprofielen. Zorgaanbieders mogen vrijwillig blijven werken met cliëntprofielen voor interne doeleinden.
De NZa zal het experiment nauwgezet monitoren en evalueren, en op basis van tussentijdse monitoring kan het experiment worden voortgezet of stopgezet. Prestatiebeschrijvingen kunnen gedeclareerd worden met tijdseenheden van een uur, dag, week, maand, en kwartaal. De looptijd van het experiment blijft ongewijzigd en de wijzigingen worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Bron: Skipr, mede tot stand gekomen dankzij Public Affairs BPRA