Een van de zaken die daarin aan bod komen, betreft “ongecontracteerde zorg”. Dit is wanneer zorgaanbieders zorg bieden zonder dat ze een contract hebben met een zorgverzekeraar. Als SPOT maken we graag ons standpunt hierin duidelijk. We weten namelijk dat zorgaanbieders wel een contract aan willen gaan, maar dat ze -vaak ten onrechte- geen contract krijgen van zorgverzekeraars. Het beeld waar de “ongecontracteerde zorg” tegenaan loopt is dat deze zorg vaak bestempeld wordt als inefficiënt, niet doelmatig. Dat is niet terecht. Cliënten die ongecontracteerde zorg kregen, consumeerden relatief veel zorg.
Men gaf aan dat dat de schuld was van de zorgaanbieder: deze werkte ondoelmatig. Er werd voorbijgegaan aan de mogelijkheid dat cliënten wellicht een specifieke, zwaardere zorgvraag zouden kunnen hebben, en dat zij juist daarom een zorgaanbieder van hun keuze hadden geselecteerd. Voor de cliënt was het minder relevant of een zorgaanbieder gecontracteerd was of niet. De cliënt heeft keuzevrijheid en kiest voor de zorg die haar het beste past. Juist bij een complexere zorgvraag, zoals we dat ook in het PGB zien.
Terugkomend op de frame van ondoelmatig: inmiddels heeft de NZA op basis van Vektis-gegevens het volgende geconcludeerd:
“We zien dat cliënten die ongecontracteerde zorg in de wijkverpleging ontvangen ook hogere zorgkosten maken bij medisch specialistische zorg, farmacie en hulpmiddelen dan cliënten bij gecontracteerde zorg in de wijkverpleging.”
Onze -retorische- vraag: zou het dan toch te maken hebben met de zorgzwaarte van de cliënt?
> Lees meer over de achtergronden in de brief van de Tweede Kamer