Kleinschalige zorg betekent vaak ‘de ziel terug in de zorg’

door | jun 11, 2024 | Leden schrijven

Theo en Johanna Castrop zijn de bestuurders van Het Vertrouwde Dorp, een kleinschalige woonzorgvoorziening in Houten en trots lid van Vereniging SPOT. In een vervolg op het artikel van SPOT bestuurslid Laura van der Spa over ‘Commerciële verpleeghuizen‘, schreven Theo en Johanna een mooi stuk over de mogelijkheden die een kleinschalige zorgvoorziening biedt, de misvattingen rondom kleinschalige zorg en hoe er in Het Vertrouwde Dorp wordt gewerkt. 

De ziel terug in de zorg, is dit niet waarom de meeste kleinschalige woonzorgvoorzieningen zijn/worden gestart? Omdat we als zorgondernemers het graag anders willen doen voor onze ouderen? Omdat we meer welzijn en leven aan de dagen willen toevoegen? Wij, Theo en Johanna Castrop, denken van wel. Dit bemerken wij wanneer wij met vele collega’s praten en wat wij ook tijdens collegiale visitaties in gesprek met hun medewerkers horen.

Moeten wij ons als oud-verpleegkundigen met 35 jaar ervaring schamen dat we bijna twee jaar geleden deze droom, een kleinschalige woonzorgvoorziening, zijn gestart? Wij vragen ons af waarom wij, maar ook onze collega’s, zich steeds hiervoor moeten verdedigen. Gezien de mooie reacties van onze bewoners en hun naasten, en de hoge klanttevredenheid van bewoners van kleinschalige woonzorginitiatieven is er niets om voor te schamen, integendeel zelfs.

Je bewoners een waardige oude dag bezorgen

Gereguleerde marktwerking heeft ertoe geleid dat wij een woon- en zorgomgeving hebben gerealiseerd die aansluit bij de behoefte van de huidige en toekomstige ouderen. Daar lijkt niks mis mee, toch? Kleinschalige woonzorginitiatieven zijn juist gericht op het bieden van meer kwaliteit van wonen, leven en zorg. Dit komt doordat de initiatiefnemers deze wens zelf hebben, en simpelweg ook omdat er anders geen bestaanszekerheid is. De centrale drijfveer voor kleinschalige zorgondernemers is vaak elke dag bezig zijn met de vraag; op welke wijze kan ik waarde toevoegen voor mijn bewoners.”


“Particuliere kleinschalige voorzieningen zijn steeds vaker een eigentijds alternatief voor het reguliere verpleeghuis”

Bewoners en naasten willen het woonservicetarief klaarblijkelijk ook betalen, omdat het aansluit bij hun verwachtingen en wensen. “Maar je hebt niet iets ontwikkeld dat iedereen kan betalen”, is een veel gehoorde opmerking die neigt naar een klacht. Nee, dat is zo. Onze visie op wonen en leven voor mensen met een vorm van dementie is leidend geweest, niet de kosten. En ja, niet iedereen kan het betalen, en dat was voor ons ook een gewetensvraag. Wij zijn tot het standpunt gekomen dat niet iedereen evenveel te besteden heeft. Dat zie je met boodschappen doen, mensen die verschillende vakanties houden, in andere auto’s rijden en in verschillende huizen wonen. Dat is ook in de zorg nu zo en dat is in de afgelopen honderden jaren ook altijd zo geweest. Ook in de tijden van de Gastenhuizen, al vanaf het jaar 1.100.

Maar diverse kleinschalige woonzorgvoorzieningen zijn beslist niet meer voor de ‘happy view’. Dit wordt namelijk nog vaak gedacht. Steeds vaker komen er betaalbare voorzieningen bij. Het besteedbaar inkomen van een 75-plusser is gemiddeld €32.000 per jaar (bron: CBS) en veel ouderen hebben een eigen woning, waardoor zij nog heel lang in een kleinschalige voorziening kunnen wonen en leven. Particuliere kleinschalige voorzieningen zijn dus steeds vaker een eigentijds alternatief voor het reguliere verpleeghuis. Moeten deze kritische vragen dan ook niet aan reguliere verpleeghuizen gesteld worden? Waar zou u zelf willen wonen als het thuis niet meer gaat en u heeft de financiële middelen?


“Vele kleinschalige zorgorganisaties zijn slim en flexibel georganiseerd

met weinig overhead”

De beweging ‘scheiden wonen & zorg’ heeft geleid tot tal van visies, opdrachten, uitdagingen, hoofdlijnen en programma’s. Alle zorgorganisaties binnen de ouderenzorg zijn daar al jaren enorm druk mee. Gelukkig kunnen wij dan ook meer bieden en betekenen voor onze ouderen dan in vele andere reguliere verpleeghuizen. We doen namelijk vaak meer, echter niet met meer zorgbudget. Dit is namelijk een misvatting. Iedere bewoner krijgt een zorgindicatie, en aan diezelfde zorgindicatie hangt een zorgbudget. De betreffende oudere kan dan met de betreffende zorgindicatie (zorgbudget) zelf kiezen waar hij/zij wil gaan wonen. Thuis in de wijk, bij ons thuis, of in het reguliere verpleeghuis. Dat wij met het betreffende zorgbudget meer welzijn en zorg kunnen bieden dan heel veel reguliere zorginstellingen, daar zou iedereen toch blij om moeten zijn? Vele kleinschalige zorgorganisaties zijn slim en flexibel georganiseerd met weinig overhead.

Het kan en moet anders

Bij ons starten er in de ochtend zes medewerkers voor 30 bewoners vóór 08.30 uur, en vóór 09.00 komen er nog twee activiteitenbegeleiders en twee mensen van de huishouding bij. Om 10.30 uur komt de kok die dagvers kookt voor onze bewoners. Maar ook onze (40) vrijwilligers, leerlingen, stagiaires en hun naasten spelen voor onze bewoners dagelijks een belangrijke rol. Daarbij hebben we dagelijks minimaal één, veelal twee, coaches aanwezig die ook praktisch meehelpen als dat gewenst is. Oh ja, en dan zijn wij er ook nog die als echtpaar bij het initiatief woonachtig is (met onze zoon), zoals bij veel van onze collega’s. Telt u het eens bij elkaar op.


“De systeemwereld van de zorg kenmerkt zich nu als gestold wantrouwen”

Hugo Borst en Carin Gaemers zouden, denken wij, een gat in de lucht springen. Het kan dus toch, want de cijfers liegen niet. In 2019 werkte een op de zes medewerkers in de zorg. In 2040 wordt geschat dat dit een op de vier zal moeten zijn. Dus de rekenaars op het ministerie hebben bedacht dat, rekentechnisch, twee medewerkers op 8 bewoners in het verpleeghuis, zoals ‘geëist’ door Hugo Borst en Carin Gaemers, helemaal niet kan. Die medewerkers zijn er gewoon niet. Maar is dat niet een beetje te voorbarig en te kort door de bocht? Want wat als we meer zouden werken vanuit vertrouwen in vakmanschap en eigenaarschap van zorgmedewerkers? Wat als de beleids- en controleapparaten en leidinggevende beheersstructuur binnen zorginstellingen en overheden afgebouwd zouden worden? Dan hebben we er een enorm potentieel aan nieuwe medewerkers bij. Laat staan het geld wat er overblijft voor onze ouderen om hen een leuke en aangename oude dag te bezorgen. Dat wil niet zeggen dat we geen verantwoording willen afleggen over de ontvangen zorggelden. Integendeel zelfs, maar de systeemwereld van de zorg kenmerkt zich nu als ‘gestold wantrouwen’.

Het Vertrouwde Dorp is op kleine schaal een mooi voorbeeld van dat het anders kan. Bedenk eerst wat de ouderen en medewerkers nodig hebben en hoe je dit kan realiseren. Ga dus niet allemaal dingen verzinnen waar bewoners en medewerkers niet om vragen. Neem daarbij de gedachte en visie dat we meer welzijn en leven aan de dagen willen toevoegen. Met die bril gaat de zorg er heel anders uitzien. Niet meer primair gericht op zorg en behandeling, maar met meer persoonlijke aandacht op wat iemand nog wel kan en op hun welbevinden.

Vertrouwen in elkaar

Hoe kan het namelijk dat Het Vertrouwde Dorp dagelijks zoveel medewerkers heeft? Nou, omdat we dus heel veel medewerkers niet hebben. Wij hebben geen beleidsmedewerkers die moeten blijven schrijven om hun functie te kunnen rechtvaardigen, en ook geen managers die leidinggeven omdat men denkt dat medewerkers zelf niet kunnen nadenken, problemen kunnen oplossen en besluiten kunnen nemen. Er zijn geen inkopers die er zijn omdat er misschien gedacht wordt dat dit te ingewikkeld is. Wij hebben geen ICT-ers, geen personeelsafdeling, geen financiële administratie en ga zo maar door. Alles is zo veel mogelijk gedigitaliseerd, belegd bij medewerkers, coaches of de directie. Verantwoord, praktisch en goedkoop. En ja, alles wordt door onze accountant gecontroleerd, maar ook door de systeemwereld van de zorg drie-, vier-, vijf-…dubbel keer gecheckt.

Het Vertrouwde Dorp gaat uit van vertrouwen in vakmanschap en eigenaarschap van medewerkers. We kunnen hier veel over vertellen en hoe onze medewerkers steeds werken vanuit de bedoeling, namelijk wat onze bewoners willen en/of wat passend is. En ook over de wekelijks tientallen mooie voorbeelden, gebeurtenissen en momenten met een gouden randje voor onze bewoners. Of een bewoonster van 101 jaar die vertelt dat zij er een grote familie bij heeft gekregen sinds ze in Het Vertrouwde Dorp is komen wonen.


“We hebben dagelijks zoveel medewerkers

omdat we heel veel medewerkers niet hebben”

Medewerkers ervaren niet meer de druk die zij bij hun vorige werkgever hebben ervaren, ondanks dat zij nu meer verantwoordelijkheid dragen. Maar dat doen ze met elkaar, ieder moment van de dag. Hoewel wij sinds onze oprichting veel langdurig niet-werk gerelateerde zieken hebben gehad, hebben medewerkers niet één keer een concessie op het rooster hoeven te doen. Medewerkers lossen dit allemaal met elkaar op. Dat zegt iets over hun verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij de bewoners. Die motivatie zit in hen. Daar is geen leidinggevende voor nodig.

Verantwoorde medische zorg

Last but, not least nog even over de vaak gehoorde klacht van ontbrekende verantwoorde medische zorg binnen de kleinschalige zorginitiatieven. Onze bewoners wonen nog thuis, ondanks dat er van diverse kanten getracht wordt de kleinschalige voorzieningen richting kleine ‘verpleeghuizen’ te duwen. Het hebben van een zorgindicatie is namelijk niet meer leidend waar je de zorg ontvangt. Dat is vele jaren geleden (gelukkig!) afgeschaft. Met een Wlz (Wet langdurige zorg) zorgindicatie kan iemand de zorg gewoon thuis ontvangen. Als je thuis woont, heb je een eigen zorgverzekering en kan je een beroep doen op de huisarts. Natuurlijk lopen veel huisartsenpraktijken tegen de grenzen van hun mogelijkheden aan. Daar is veel begrip voor. Wij zien echter dat onze medewerkers snel, proactief reageren op gezondheidsveranderingen bij onze bewoners voordat dit onnodig escaleert.

Wij zijn van mening dat hierdoor veel (acute) medische zorg wordt voorkomen. Daar wordt nogal eens in de berichtgevingen aan voorbijgegaan. Wat als onze bewoners nog thuis in de wijk zouden wonen? Zouden de huisartsen daar blij mee zijn? Is het dan niet fijn dat je met zorgprofessionals van een woonzorgvoorziening kan samenwerken die de bewoners vaak heel goed kennen? Hopelijk gaan huisartsen meer de meerwaarde zien van de deskundige zorgmedewerkers in de kleinschalige woonzorgvoorzieningen die de ouderen 24/7 observeren en gezondheidsveranderingen vroegtijdig signaleren. Zij voorkomen volgens ons veel ‘onnodig’ werk, dan wel maken het werk voor de huisarts toch een stuk makkelijker.


“Voor passende medische zorg en samenwerking zijn alle partijen aan zet”

Wij hebben het als belangrijk ervaren dat samen met de huisarts wordt gezocht naar samenwerking en wederzijds comfort omtrent de medische zorg. Daarbij biedt samenwerking met deskundige behandelaren ten behoeve van specialistische multidisciplinaire behandeling, in ons geval met een regulier verpleeghuis organisatie, enorm veel meerwaarde voor de bewoner, huisarts en zorgmedewerker. Deze samenwerking kan niet alleen tot stand worden gebracht. Een vinger wijzen naar kleinschalige woonzorgvoorzieningen helpt niet. Voor passende medische zorg en samenwerking zijn alle partijen aan zet.

De huisartsen moeten zich vooral zorg maken om de sterke vergrijzing en de gevolgen dat steeds meer ouderen met een Wlz-zorgindicatie in de toekomst langer thuis zullen moeten blijven wonen. Het adagium van het overheidsprogramma Wonen, Ondersteuning en Zorg Ouderen (WOZO) is namelijk: “Zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan”. Wij zijn daarom ervan overtuigd dat een kleinschalige woonzorgvoorziening in de toekomst ook voor de huisarts een zegen zal gaan worden. Zoals dit ook voor heel veel ouderen en hun naasten nu al is.

Auteur: Theo & Johanna Castrop, bestuurders van Het Vertrouwde Dorp

Zie ook de documentaires: RTV Utrecht “De ziel terug in de zorg” deel 1 – Het Vertrouwde Dorp en RTV Utrecht “De ziel terug in de zorg” deel 2 – Het Vertrouwde Dorp