Met het artikel “De indicatiepraktijk, wijkverpleging onder druk en in de kou” willen we aandacht vragen voor de problematiek dat zorgverzekeraars vaak op de stoel van de wijkverpleegkundige gaan zitten, bij het beoordelen van de zorgvraag. Inmiddels zijn er door Vera Bergkamp, Lid Tweede Kamer D66, Kamervragen gesteld over het regelmatige spanningsveld tussen de indicerende wijkverpleegkundige en de zorgverzekeraar.
Hieronder de Kamervragen:
- Kunt u aangeven en toelichten wat de taakverdeling is tussen de zorgverzekeraar en degene die indiceert, en welke partij eindverantwoordelijk is voor de indicering van de zorgbehoefte?
- Bent u bekend met berichten dat zorgverzekeraars bij de vaststelling van de zorgvraag geregeld op de stoel van de wijkverpleegkundigen gaan zitten? 1) Wat vindt u hiervan?
- Wat vindt u ervan dat zorgverzekeraars de indicatie wijzigen (het zorgplan aanpassen), zonder (eerst) contact op te nemen met de betreffende indicerende verpleegkundige om haar of zijn toelichting te horen, hoewel dat wel de afspraak is? Klopt het dat deze afspraak staat in een document van het Zorginstituut Nederland over duiding begrippen en in het document Toetsingscriteria herbeoordeling indicaties uit juli 2020?
- In hoeverre acht u het wenselijk dat zorgverzekeraars extra informatie van de cliënt eisen voordat zij een door de verpleegkundige uitgevoerde indicatiestelling goed- of afkeuren?
- Bent u zich bewust van de gevolgen die het handelen van zorgverzekeraars kan hebben op de zorgtaak van zorgprofessionals? Wilt u deze gevolgen aangeven door middel van een toelichting?
- Deelt u de mening dat het uitgangspunt moet zijn dat verpleegkundigen als professionals voldoende bekwaam zijn om een indicatiestelling te doen en dat zorgverzekeraars deze indicatiestelling dienen te accepteren? In welke (uitzonderings-)situaties mogen zorgverzekeringen wijzigingen aanbrengen in de indicatie en wanneer niet?
- Zou het mogelijk zijn de verschillen van inzicht over indicaties tussen de wijkverpleegkundige die indiceert en zorgverzekeraars te voorkomen?
- Bent u bereid te onderzoeken of er bij zorgverzekeraars onduidelijkheden bestaan met betrekking tot de aan hen toegekende rechten betreffende de evaluatie van de indicatiestelling, zoals overeengekomen in de bestuurlijke afspraken Zvw-pgb?
- Op welke wijze kan meer duidelijkheid gecreëerd worden over de taakverdeling tussen zorgverzekeraars en zorgprofessionals?
Wij zijn heel blij dat deze Kamervragen gesteld zijn en hopen dat de antwoorden van de Minister kansen zullen bieden voor het oplossen van deze problematiek.
Heeft u het artikel nog niet gelezen? Dan kunt u het hier downloaden.