SPOT ronde tafel: Grenzen aan de Zorg

door | mrt 5, 2024 | Algemeen

 

Gisteren (4 maart 2024) vond de eerste ronde tafel van SPOT plaats over ‘Grenzen aan de zorg’. Hier gingen wij, leden van SPOT, samen met vertegenwoordigers van huisartsenzorg en mantelzorg, in gesprek met afgevaardigden van de Tweede Kamer. 

In oktober 2022 heeft SPOT de petitie ‘Grenzen aan de Zorg’ aangeboden aan de Tweede Kamer met het verzoek om een publiekscampagne in te zetten. In de publiekscampagne wordt duidelijk gemaakt aan zorgvragers, dat zorg van ons allemaal is en dat we dit samen hebben te (ver)delen. De aanleiding was het aanblijvende gat tussen verwachting en realiteit. In de praktijk zorgde dit voor vele onaangename gesprekken tussen zorgaanbieders en professionals met soms intensieve juridische uitloop. Aangezien er sprake is van een maatschappelijke transitie, kan het gesprek over nieuwe verwachtingen over zorg niet uitsluitend door zorgaanbieders worden gevoerd. Het verzoek van SPOT is onder meer opgepakt door D66, Wieke Paulusma, en kreeg bijval van collega belangenorganisaties. Inmiddels zijn er verschillende initiatieven gestart, waaronder ‘Praat vandaag over morgen’, waarvan de publiekscampagne van VWS op 20 maart 2024 start. 

‘Grenzen aan de zorg’ gaat verder. Dagelijks kampen wij met de gevolgen van een doorgeschoten en op wantrouwen ingericht systeem dat haaks staat op de praktijk. Het systeem moet worden bijgestuurd zodat het ten dienste komt te staan van de leefwereld van zorgvragers, mantelzorgers en zorgprofessionals. Het is een gezamenlijke opgave. Om die reden spreken wij, leden van SPOT, in deze ronde tafel, samen met vertegenwoordigers van huisartsenzorg en mantelzorg, met vertegenwoordigers van de Tweede Kamer.

De volgende deelnemers waren aanwezig bij de ronde tafel ‘Grenzen aan de Zorg’:

Andrea Reidsma (Voorzitter SPOT) Esther Hendriks (MantelzorgNL)
Roger van Huystee (Bestuurder Alfa & Zorg, SPOT) Jos Nieveen (MantelzorgNL)
Meltem Koyuncu (Samen Thuiszorg) Jacqueline van den Hil (VVD)
Umut Koyuncu (Samen Thuiszorg) Jochem Vrugt (BBB)
Lydia Ketting (Huisarts, kaderarts palliatieve zorg) Rutger Dijkstra (NSC)

Een veranderende omgeving

Op het speelveld waarin wij opereren vinden grote veranderingen plaats:

  • Het aantal 65-plussers stijgt de komende twintig jaar met circa 35% tot bijna vijf miljoen. Het aantal 80-plussers verdubbelt bijna. Door de vergrijzing stijgt het aantal mensen met een chronische aandoening of beperking.
  • De zorgbudgetten, het arbeidsaanbod en de zorgcapaciteit zijn ontoereikend om alle zorgbehoevenden op de huidige wijze te bedienen.
  • Steeds grotere variatie in technologie is beschikbaar die zorgvrager en zorgverlener kunnen ondersteunen. 
  • Cliënten zijn veranderd. Zij bepalen zelf de kwaliteit van hun leven en willen zelf keuzes kunnen maken over zorg en ondersteuning. Zij zijn anders gaan denken over ziekte en gezondheid: ze gaan niet meer uit van beperkingen, maar van mogelijkheden en wensen.
  • Het ontvangen van digitale zorg en zorg thuis zijn in toenemende mate het uitgangspunt.
  • Steeds vaker wordt de verbinding tussen zorg en welzijn gezocht, zowel extramuraal als intramuraal.

 

Transitie

Als gevolg van voorgaande ontwikkelingen, zal ook de zorg voor ouderen en kwetsbaren de komende jaren fundamenteel veranderen. Daarvoor is aanpassing van het zorgstelsel, de financiering en de daarbij behorende systemen een strikte voorwaarde.

De zorg is een systeemwereld geworden, gebaseerd op verantwoording en wantrouwen. Als branchevereniging merken wij dat de systemen niet langer ten dienste van de leefwereld staan, maar de boventoon zijn gaan voeren. Wij constateren dat het de kwaliteit van de zorg zodanig beïnvloedt dat de oorspronkelijke bedoeling niet meer gehaald wordt. Als branchevereniging van kleinschalige zorgaanbieders, die ‘plat’ zijn georganiseerd, zijn wij nu vaak de verloopstekker tussen de ‘systeemwereld’ en de ‘leefwereld’. Samen met onze leden en met collega belangenorganisaties maken wij ons sterk om het verstoorde evenwicht tussen goede zorg en verantwoorde zorg te verbeteren. 

Om de leefwereld van de zorgvrager continu centraal te stellen, het vertrouwen in aanbieders en professionals terug te brengen en de systemen hieraan dienend te laten staan, is een ommezwaai in de zorg nodig. Dit is een gezamenlijke opgave die zich uitstrekt over de gehele breedte van de maatschappij. De formele en informele zorg komt naast elkaar te staan; professionals, mantelzorgers, naasten, vrijwilligers en ook de betrokken buurman/vrouw. Dit brengt vraagstukken met zich mee over bevoegd en bekwaam, en wie handelingen mag uitvoeren. 

De achterban van SPOT heeft hiervoor oplossingen. Zij gaan op andere wijze met de huidige uitdagingen in de zorgsector om. Zij zijn immers innovatief, wendbaar en, vanwege (regionale) omvang, snel in het doorvoeren van verandering. Zij zijn vernieuwers en hebben een schat aan ervaring die zij graag delen. Het zijn koplopers met een nuchtere en pragmatische kijk op de zorg. Vernieuwen zit in hun DNA, zij zijn gewend om met beperkte middelen (financiën, arbeidskrachten) kwalitatieve zorg te verlenen. Zij staan dichtbij; zij zijn het die gewend zijn om de cliënt zijn regie zoveel mogelijk te laten behouden, en zien de mantelzorger als hun partner. Zij werken altijd al samen met andere aanbieders in de regio en geloven in partnership. SPOT pleit ervoor dat kleinschalige zorgaanbieders uitdagingen mogelijk maken in de praktijk, zodat daarvan lering kan worden getrokken voor de hele VVT, ook voor grootschalige collega’s.

 

Standpunten

1. Van verantwoordingsplicht en controle naar vertrouwen en autonomie van zorgprofessionals

Onze achterban wil, meer dan nu, ruimte voelen voor vertrouwen in de kleinschalige organisaties en zorgprofessionals om samen met cliënten en hun naasten de zorg op een juiste manier vorm te geven. Daarvoor is een fundamentele aanpassing noodzakelijk in de vereiste wijze van kwalitatieve verantwoording, kwaliteitskaders en verplichte data-aanleveringen. 

De kleinschalige zorgsector, leden van SPOT, hebben zelf een pragmatisch ingerichte methode van kwaliteitsverantwoording ontwikkeld om de bestaande kaders hanteerbaar te maken voor de praktijk. De kleinschalige zorg werkt al jaren volgens deze methodiek, en het is een goed voorbeeld van innovatie en ondernemerschap. Het uitgangspunt wordt gevormd door kwalitatieve klantbeloftes die de zorgaanbieder, zorgverlener, zorgvrager en zijn/haar naasten samen maken. Hierdoor staat de leefwereld van alle betrokkenen centraal in plaats van een papieren werkelijkheid. Het is helder wat de verwachtingen zijn en zorg is een gezamenlijke inzet. Alle betrokkenen ervaren regie over het zorgproces; de zorgprofessional ervaart dat zijn/haar werkzaamheden ertoe doen voor de zorgvrager, en er is sprake van minder administratieve lasten en groter werkplezier. 

Inmiddels is er een nieuw Generiek Kwaliteitskompas Ouderenzorg ontwikkeld dat het huidige kwaliteitskader verpleeghuiszorg en het kwaliteitskader wijkverpleging moet vervangen. Het nieuwe kompas is samengesteld door alle veldpartijen, waaronder vereniging SPOT. Haar kennis vanuit de kleinschalige zorg en de ervaringen met bovengenoemde methodiek is verwerkt in het nieuwe Generieke Kwaliteitskompas Ouderenzorg. Er is hard gewerkt door alle betrokkenen uit de praktijk (aanbieders (klein en groot), zorgverzekeraars, professionals, ouderen, cliënten/patiënten en mantelzorgers) om in overeenstemming de harde normering aan kwalitatieve indicatoren en normering aan personeelssamenstelling te verruimen en waar mogelijk los te laten. Een coproductie van alle betrokkenen in de zorg, klein en groot, om de transitie in de zorg mogelijk te maken. Ondanks de urgentie, loopt de invoering van het kwaliteitskompas in de praktijk op dit moment vertraging op door inzet van doorzettingsmacht van het Zorginstituut vanwege politieke voorzichtigheid.

Op het moment dat het Kwaliteitskompas de huidige kaders vervangt, zullen informele en formele verzorgers samen invulling moeten gaan geven aan de zorgvraag. SPOT is voorstander van de ‘team’ gedachte waar professionals, mantelzorgers, naasten, vrijwilligers en ook de betrokken buurman/vrouw samenwerken. Dit vereist echter een bredere acceptatie van team differentiatie. Het ‘oude’ koker denken is weerbarstig. Er wordt nog vaak besloten en gesproken óver de ander in plaats van mét de ander. De denkwijze is het verschuiven van taken in plaats van het verdelen ervan. 

 

Standpunt SPOT: 

  • Het Generiek Kwaliteitskompas Ouderenzorg dient zo snel mogelijk ingevoerd te worden in de praktijk. 
  • Faciliteer het organiseren van de andere manier van zorgen:
    • Bekostiging binnen de Zorgverzekeringswet.
    • Bewaak de autonomie en benadruk de regiefunctie van de wijkverpleegkundige in het organiseren van het nieuwe samenspel. 
    • Invoering van team differentiatie in de Wijkverpleging zoals dat ook in de Wlz gebruikelijk is. Nu staan zorgverzekeraars niveau 2 helpenden of zorgondersteuners niet toe in de wijkverpleging. 

 

2. Contractering binnen Zvw, Wlz en Wmo toegankelijk voor alle zorgaanbieders

Naast heldere en praktische kwalitatieve richtlijnen voor de hele branche, moet ook contractering binnen Zvw, Wlz en Wmo toegankelijk zijn voor alle zorgaanbieders. We zien nu regelmatig dat kleinschalige zorgaanbieders, die voldoen aan alle kwaliteitseisen, niet in aanmerking komen voor een contract. 

De zorgverzekeraar, het zorgkantoor en ook gemeenten richten zich op ‘volume-zorg’, simpelweg omdat de zorgverzekeraar of het zorgkantoor niet zit te wachten op een relatief kleine groep cliënten in een regio. Dit doet niet alleen afbreuk aan de keuzevrijheid van de cliënt, maar leidt ook tot het in de kiem smoren van innovatie in de zorg. De kwaliteit van de zorg en innovatiekracht zijn juist bij kleinschalige zorgorganisaties te vinden.

Kleinschalige aanbieders moeten niet worden uitgesloten van contractering. Zij dienen juist te worden gestimuleerd om een contract aan te gaan en moeten hierin worden ondersteund. Dit betekent tevens dat het contracteringsproces transparant moet verlopen en vereenvoudigd moet worden. Kortom, er moet een andere mindset komen voor zorgkantoren en zorgverzekeraars en ook zij moeten ondersteund worden in de aanname en het managen van nieuwe kleinschalige aanbieders. 

SPOT pleit voor het maken van redelijke en werkbare afspraken binnen de zorgsector tussen zorgverzekeraars/zorgkantoren en de kleinschalige zorgsector. Wij willen in overeenstemming en tot oplossingen komen die voor beide kanten werkbaar zijn. Inmiddels is er aan de kant van de Wlz een kleine stap gemaakt. Er is een document ‘Feiten en Fabels, FAQ’ samengesteld samen met zorgkantoor Zilveren Kruis, gericht op zowel zorgaanbieders als zorgkantoor Zilveren Kruis. Het doel is om dit door te ontwikkelen tot een ‘handboek contracteren’ die gericht is op alle kleinschalige aanbieders en àlle zorgkantoren. Hierover zijn wij als branche in gesprek met Zorgverzekeraars Nederland (ZN). 

Zorgverzekeraars houden hiertoe echter de deur stevig dicht. Zorg is van ons samen, maar de zorgverzekeraar vaart een eigen koers. De positie die de zorgverzekeraar inneemt is niet meer van deze tijd, haar macht is buiten proportie. Een paar voorbeelden:

  • Tarieven worden bepaald door de zorgverzekeraar en verschillen per aanbieder en zijn bovendien niet transparant. Dit zorgt voor verkeerde prikkels en maakt onderlinge samenwerking tussen zorgaanbieders onmogelijk. 
  • Inmiddels is het veld van gecontracteerde zorgaanbieders zo uitgedund dat zorgverzekeraars hun cliënten niet kunnen onderbrengen en kleinschalige aanbieders vragen om cliënten in zorg te nemen. Echter weigert de zorgverzekeraar structurele afspraken in de vorm van een overeenkomst met de kleinschalige aanbieder. Met alle gevolgen van dien voor de zorgsector en voor de cliënt.
  • De hoeveelheid zorg die door de wijkverpleegkundige is geïndiceerd, zorg die een zorgvrager nodig heeft, wordt gekort door de zorgverzekeraar. De wijkverpleegkundige is een autonome beroepsgroep en indiceert volgens het normenkader. Nu bepaalt de zorgverzekeraar haar werk door op de stoel van de wijkverpleegkundige te gaan zitten. Wijkverpleegkundigen vertrekken hierdoor uit de zorg.
  • Onterecht beweert de zorgverzekeraar dat kleine aanbieders niet doelmatig werken. Onlangs is opnieuw aangetoond dat deze aanname niet klopt, ondanks het feit dat grote aanbieders onrendabele zorg naar kleinere aanbieders schuift. De doelmatigheidseisen van de zorgverzekeraar zorgen ervoor dat de aandacht gaat naar maximaal aantal uren zorg per week i.p.v. naar wat inhoudelijk nodig is. 

 

Standpunt SPOT:

  • Contractering binnen Zvw, Wlz en Wmo moet toegankelijk zijn voor alle zorgaanbieders.
    • Haalbare en eerlijke contractvoorwaarden met zorgverzekeraars voor zorgaanbieders.
    • Vereenvoudig het contracteerproces en maak het proces en de tarieven transparant.
    • Schaf klant-werkgebied ratio’s af.
  • Indicatiestelling binnen de Zvw is taak van de wijkverpleegkundige, niet van de zorgverzekeraar.

 

3. Vroegsignalering en ondersteuning cliënten en mantelzorgers thuis

De huishoudelijke medewerker is de ogen en oren van de zorgprofessional en voorkomt escalatie naar intensievere vormen van zorg. De dagbesteding zorgt op haar beurt voor ontlasting van mantelzorgers. Huishoudelijk werk en dagbesteding zijn cruciale onderdelen van het totale scala aan zorg en zeker om de sociale infrastructuur binnen de wijk overeind te houden. 

Een belangrijk deel van de professionele verzorgers zijn tevens mantelzorgers. Voorkom dat de rol van mantelzorger concurreert met die van de (zorg)professional. Ondersteun mantelzorgers door financiële (fiscale) prikkels toe te voegen.

Digitalisatie is een belangrijk onderdeel van de maatschappelijke transitie die wordt ondergaan omtrent de zorg voor ouderen en kwetsbaren. Er is al veel mogelijk op dit gebied, maar niet alle mogelijkheden zijn bekend. Stimuleer en faciliteer dat zorgvragers en mantelzorgers hier gebruik van kunnen maken in de thuissituatie. Dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van de zorgprofessional.

 

Standpunt SPOT: 

  • Versterk Wmo huishoudelijk werk en Wmo dagbesteding. 
  • Ondersteun mantelzorgers door financiële (fiscale) prikkels toe te voegen waardoor zij hun rol kunnen blijven vervullen. 
  • Ondersteun cliënten, naasten en mantelzorgers in de thuissituatie met digitale hulpmiddelen. Stimuleer gebruik van hybride vormen van zorg m.b.v. digitalisering.