De minister voor Langdurige zorg en Sport heeft in een brief aan de Kamer gereageerd op signalen dat zorgverzekeraars momenteel brieven aan verzekerden sturen over het terugschroeven van tarieven van niet-gecontracteerde aanbieders van wijkverpleging en geestelijke gezondheidszorg naar 75% per 1 januari 2023.
De minister benoemt dat in het IZA partijen afspraken hebben gemaakt over hoe zorgverzekeraars en zorgaanbieders de komende jaren via contractering een stevige bijdrage kunnen leveren aan passende zorg, goede toegankelijkheid, goede kwaliteit en doelmatigheid. Een van de doelen van de maatregelen op het gebied van contractering is om partijen daarmee te verbinden aan de impactvolle transformaties die we met de zorg gezamenlijk willen om bovengenoemde doelen te kunnen bereiken.
Om de transformaties uit het IZA mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat zorgverzekeraars scherper kunnen sturen op passende zorg, moeten zorgaanbieders en zorgverzekeraars hierover goede afspraken kunnen maken. Dat doen zij bij uitstek in de contracten die zij onderling afspreken.
Zorgverzekeraars moeten goed kunnen sturen op de contractering, zodat zoveel mogelijk partijen meedoen aan de beweging naar passende zorg. Immers, een te groot aandeel niet-gecontracteerde zorg kan leiden tot een te grote versnippering van het zorgaanbod en kan de transformatie naar passende zorg belemmeren. In het IZA is daarom afgesproken dat de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg wordt verlaagd, maar niet zodanig dat deze verlaging een ‘hinderpaal’ is voor de verzekerde; bij de uitwerking van deze maatregel wordt geborgd dat er voldoende keuzemogelijkheden voor de verzekerde blijven én dat er genoeg ruimte blijft voor toetreding van nieuwe, innovatieve zorgaanbieders.
Door de zorgtoeslag blijft de vrijheid om te kunnen kiezen voor een zorgverzekeraar ook betaalbaar.