Het nieuwe kabinet komt maar niet tot stand, en in de tussentijd blijven grote vraagstukken liggen. Zoals die rondom de zorg in het algemeen, en meer specifiek de langdurige zorg in de Wlz (Wet langdurige zorg). Ondanks deze vertraging hebben een aantal belangrijke organisaties op het gebied van de langdurige zorg (CIZ, Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit en het CAK) een gezamenlijke Werkagenda Langdurige Zorg opgesteld.
In deze werkagenda zetten zij uiteen welke extra stappen nodig zijn om de langdurige zorg ook in de toekomst beschikbaar te houden. Passende zorg staat hier centraal: zorg die zoveel mogelijk aansluit op de zorg- en ondersteuningsbehoefte van de cliënt, maar wel rekening houdt met de beschikbare middelen. Hier kan gedacht worden aan meer zorg thuis, meer preventie en meer digitale zorg. Het stelsel van zorg en welzijn moet aangepast worden. In het werkagenda worden vier kern onderwerpen benoemd:
- context in de Wet langdurige zorg (Wlz);
- de Wlz beschikbaar houden voor de meest kwetsbaren;
- hulp bieden bij verdelingsvraagstukken in de regio’s met krapte;
- de complexiteit in de zorg/het stelsel drastisch verminderen.
Context Wet langdurige zorg
Het CIZ kijkt naar wie er recht heeft op zorg of ondersteuning vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en of er onvrijwillige opname nodig is vanuit de Wet zorg en dwang (Wzd). De sociale context speelt op dit moment geen rol. Dit wordt ook wel de beoordeling van de naakte klant in de kale kamer genoemd. De zorgbehoefte is bepalend, wat tot gevolg kan hebben dat iemand met hulp van familie en vrienden, de gemeente en de wijkverpleegkundige nog wel thuis zou kunnen blijven wonen, toch een duurdere Wlz indicatie krijgt.
Een goed sociaal netwerk is belangrijk en kan ervoor zorgen dat iemand langer thuis kan blijven wonen. Als dit aspect meegenomen gaat worden bij de indicatiestelling, dan komt een deel van de zorg bij dat sociaal netwerk te liggen. Dit roept echter vraagstukken op zoals: wie gaat die zorg verlenen? Hoeveel rek zit er in dat netwerk? Welke veranderingen zijn nodig om ervoor te zorgen dat deze groep cliënten zonder Wlz-indicatie passende zorg krijgt via de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?
Onderhoudsplicht kinderen
In Duitsland hebben kinderen een onderhoudsplicht voor hun ouders, zoals ook ouders die voor hun kinderen hebben. Die onderhoudsplicht zou in Nederland ook ingevoerd kunnen worden, en zou een grote besparing kunnen opleveren. Dit is echter geen oplossing voor het personeelstekort en het is gevoelig voor schrijnende situaties zoals in Duitsland, waar ouders hun kinderen in de steek lieten en die kinderen tientallen jaren voor de zorgkosten worden aangesproken.
PGB mogelijke oplossing personeelstekort
In de Wmo 2015 wordt al sinds de invoering rekening gehouden met de sociale context, en er wordt pas een maatwerkvoorziening toegekend als de hulp uit het sociaal netwerk niet meer toereikend is. De ‘gebruikelijke hulp’ betreft hulp die men naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid van elkaar kan vragen. Mocht elders wonende familie en vrienden wel hulp kunnen bieden maar dat niet willen doen, moet de gemeente de hulp verlenen. Als dat met een individuele voorziening gebeurt (de maatwerkvoorziening) dan kan een persoonsgebonden budget (PGB) worden aangevraagd. Het is niet ondenkbeeldig dat diezelfde familie en vrienden dan wel bereid zijn de ondersteuning te komen bieden. Dit opent de toegang tot een groep personen die bereid en middels het PGB ook in staat is om ‘zorgverlener’ te worden. Het is wel van belang dat de kwaliteit van de zorg gewaarborgd wordt.
Met behulp van een PGB zouden mensen aangemoedigd kunnen worden om een deel van hun tijd in te zetten voor zorg aan naasten, wat tot minder druk op de zorgaanbieders kan leiden en een vergroting in de betrokkenheid met naasten.
Samenkomst van de formele en informele zorg
De zorg is een systeemwereld geworden, gebaseerd op verantwoording en wantrouwen. Als branchevereniging merken wij dat de systemen niet langer ten dienste van de leefwereld staan, maar de boventoon zijn gaan voeren. Wij constateren dat het de kwaliteit van de zorg zodanig beïnvloedt dat de oorspronkelijke bedoeling niet meer gehaald wordt.
Om de leefwereld van de zorgvrager continu centraal te stellen, het vertrouwen in aanbieders en professionals terug te brengen en de systemen hieraan dienend te laten staan, is een ommezwaai in de zorg nodig. Dit is een gezamenlijke opgave die zich uitstrekt over de gehele breedte van de maatschappij. De formele en informele zorg komt naast elkaar te staan; professionals, mantelzorgers, naasten, vrijwilligers en ook de betrokken buurman/vrouw. De achterban van SPOT heeft hiervoor oplossingen. Zij gaan op andere wijze met de huidige uitdagingen in de zorgsector om. Zij zijn immers innovatief, wendbaar en, vanwege (regionale) omvang, snel in het doorvoeren van verandering.
SPOT pleit ervoor dat kleinschalige zorgaanbieders uitdagingen mogelijk maken in de praktijk, zodat daarvan lering kan worden getrokken voor de hele VVT, ook voor grootschalige collega’s.
Bron: Pont|Zorg & Sociaal