Kamerbrief over definitieve kaderbrief Wlz 2023

door | sep 30, 2022 | Nieuws uit Den Haag

Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) informeert de Tweede Kamer over de definitieve kaderbrief Wlz 2023.

Het Wlz-kader voor 2022, dat eerder dit jaar met in totaal € 245 miljoen is verhoogd, is volgens de julibrief van de NZa toereikend om voldoende Wlz-zorg te kunnen inzetten in 2022. Het is daarom niet nodig om de resterende herverdelingsmiddelen € 125 miljoen in te zetten. Daarmee blijft het Wlz-kader voor 2022 gehandhaafd op € 29.926 miljoen.

De groeiruimte voor het Wlz-kader in 2023 bedraagt € 808 miljoen. Ten opzichte van het Wlz-kader 2022 van € 29.926 miljoen is dit een groei van 2,7%. Hiervan heeft circa 1,3% betrekking op de verwachte demografische ontwikkelingen (circa 390 miljoen) en betreft circa 1,4% groeiruimte “boven demografie” (circa € 418 miljoen), omdat het verwachte zorggebruik jaarlijks sneller toeneemt dan de demografische ontwikkelingen.

In de begroting 2023 is een bedrag opgenomen van € 91 miljoen structureel om de Wlz-tarieven aan te passen vanwege de meerkosten die voortkomen uit de richtlijnen van het RIVM voor de inzet van persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat bedrag is gebaseerd op gegevens uit de nacalculatie over 2021. De NZa is verzocht om dit bedrag te verwerken in de Wlz-tarieven per 2023.
Het kabinet investeert in valpreventie bij 65 plussers. Dit leidt tot minder incidenten en daarmee een lagere instroom in de Wlz. Dit bespaart in 2023 € 20 miljoen.

Met het oog op een toekomstbestendige ouderenzorg worden wonen en zorg stapsgewijs gescheiden zodat langer thuis wonen gestimuleerd wordt. Hierbij is expliciete aandacht voor innovatieve woonvormen en voor de mogelijkheid voor iedereen, ongeacht inkomen, om betaalbaar langer thuis te blijven wonen met zorg. Zorgkantoren gaan bij de inkoop sturen op extramurale leveringsvormen (vpt, mpt of pgb) zodat ouderen langer thuis kunnen wonen en in hun eigen omgeving oud kunnen worden. Omdat extramurale zorg tot minder Wlz-uitgaven leidt ten opzichte van verblijfszorg leidt dit tot een besparing op de totale Wlz-uitgaven. Uitgaande van een gelijkblijvend aantal verpleegzorgplekken met verblijf in 2023 gaat het om een jaarlijkse besparing van € 43 miljoen.

De loon- en prijsbijstelling voor het Wlz-kader 2023 is zoals gebruikelijk gebaseerd op de ontwikkelingen uit de meest recente Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau (CPB). In de MEV 2023 is rekening gehouden met de forse prijsstijgingen en loonontwikkelingen waar Nederland mee te maken heeft. De loon- en prijsbijstelling komt op grond hiervan uit op een bedrag van € 1.936 miljoen.

> Kamerbrief