Staatssecretaris van Ooijen (VWS) biedt de Tweede Kamer Kamerbrief Ondersteuning mantelzorg en informele zorg aan. Met deze Kamerbrief informeer de staatssecretaris de Kamer over de integrale visie op mantelzorg in relatie tot informele zorg. Omzien naar elkaar en een stevige sociale basis zijn hierbij het uitgangspunt, met vrijwilligerswerk en mantelzorg als pijlers waar een groot deel van de samenleving op leunt. Vanuit het perspectief van de mantelzorgers schetst de Staatssecretaris wat dit kabinet zal doen om hun onmisbare inzet te waarborgen en te stimuleren.
De staatssecretaris gaat hierbij in op:
1. De uitdagingen rondom informele zorg en mantelzorg;
2. Zijn visie op informele zorg en mantelzorg;
3. De contouren van een brede agenda en vervolgstappen
Hij zal hierbij de volgende stappen zetten:
Meerdere akkoorden tussen het Rijk en partners dienen als instrument om de contouren en uitgangspunten met elkaar te bewaken en gezamenlijk verantwoordelijkheid te dragen voor deze opgave. Het gaat hier onder meer om: het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), de afspraken in het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO), het Nationaal Preventieakkoord, het programma ‘Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg; Samen anders leren en werken’ (TAZ), en de Hervormingsagenda Jeugd (HA).
Hij zal gemeenten de komende periode financieel ondersteunen om de sociale basis te versterken in een bundeling van een aantal uitkeringen op het gebied van gezondheidsbevordering, sport- en beweegstimulering, het bevorderen van cultuurparticipatie, en sociale basis in een specifieke uitkering (SPUK). Aan gemeenten is de intentie bestaande middelen (doeluitkering buurtsportcoach, specifieke uitkering lokale sportakkoorden, doeluitkering gezondheidsachterstanden die dit jaar afloopt en Kansrijke Start) én een aanvulling hierop vanuit het regeerakkoord te bundelen reeds gecommuniceerd. De SPUK werkt de staatssecretaris de komende periode in overleg met gemeenten en veldpartijen uit, met als doel dat het een instrument is dat past bij de randvoorwaarden voor gemeenten om lokaal integraal beleid te kunnen
maken denken, plannen en gezamenlijk uit te voeren.
De komende tijd zal hij met de kernpartners in de sociale basis, zoals de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Mantelzorg NL, Sociaal Werk Nederland en de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk een aanpak uitwerken, waarin ze deze visie uitdiepen en omzetten naar acties die elke partner kan nemen en wat ervoor nodig is om dat te kunnen doen. Uiteraard in nauwe afstemming en samenwerking met de partners in de curatieve zorg en in het werk en onderwijs.
Doorlopend zet hij in op het versterken van het veld met ondersteuning en kennis, waaronder het verspreiden van de Handreiking Respijtzorg en de Handreiking Logeerzorg om gemeenten te ondersteunen bij het inrichten van het aanbod respijtzorg, het faciliteren van een netwerk logeerzorg, de doorontwikkeling van een Mantelzorgtest waarmee mantelzorgers inzicht krijgen in de taken die hen zwaar vallen of energie geven, en worden doorverwezen naar lokaal aanbod. Ook zijn in 75 pilots gemeenten aan de slag de toegang tot mantelzorgvoorzieningen te verbeteren.
Een adviesteam ondersteunt deze pilot-gemeenten en andere gemeenten met het doorvoeren van verbeteringen.