De begroting VWS is uitgekomen. Hierbij alles op de begroting VWS dat betrekking heeft op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). De vraag naar ondersteuning en zorg blijft de komende decennia stijgen. Tegelijkertijd krimpt de arbeidsmarkt, worden de gevolgen van de vergrijzing steeds merkbaarder en neemt de druk op mantelzorgers toe. Via het IZA werkt VWS samen met relevante partners aan het toekomstbestendig maken van de zorg. Specifiek voor de Wmo werkt het kabinet samen met veldpartijen aan passende ondersteuning en betaalbaarheid van voorzieningen.
Er wordt gewerkt aan standaardisatie in de uitvoering, waardoor processen voor gemeenten en aanbieders eenduidiger en eenvoudiger worden. Daardoor is er meer tijd voor maatwerk en kwaliteit van ondersteuning.
Verder werkt het kabinet aan een passende eigen bijdrage, waarmee de aanzuigende werking van huishoudelijke hulp wordt afgeremd. Zo moet ondersteuning in het kader van de Wmo beschikbaar blijven. Tevens wordt ook gekeken naar bewezen(kosten)effectiviteit in de Wmo.
Om passende ondersteuning vanuit de Wmo doelmatig in te kunnen zetten, is beschikbaarheid en vindbaarheid van kennis over werkzame elementen en de effectiviteit van aanpakken voor professionals in het sociaal domein van belang. Samen met de kennisinstituten in het sociaal domein wordt dan ook ingezet op verdere ontwikkeling en toepassing van effectieve interventies.
Daarnaast wordt ingezet op het verbeteren van de benodigde sturingsinformatie, de professionalisering van het sociaal werk, het verbeteren van de toegang en de optimalisering van de kennisinfrastructuur voor het sociaal domein, zodat binnen het sociaal domein meer kennisgedreven wordt gewerkt.
Een toekomstbestendige Wmo schept ook de noodzakelijke randvoorwaarden voor het toekomstperspectief dat in het programma WOZO isgeschetst. Bij de uitwerking van maatregelen die specifiek ouderen betreffen stellen we de nieuwe norm centraal:
zelfstandig als het kan,
thuis als het kan,
digitaal als het kan.
Voor wat betreft de aanpak van dakloosheid wordt extra ingezet op preventie en ‘wonen eerst’. Door stevig in deze fundamenteel nieuwe benaderingswijze te investeren, is de verwachting dat het aantal dakloze mensen dat een beroep doet op maatschappelijke opvang de komende jaren fors en structureel afneemt.
In de Hoofdlijnenbrief toekomst Wmo is reeds aangekondigd dat er een houdbaarheidsonderzoek naar de Wmo 2015 komt. Het doel van dit onderzoek is dat Rijk en gemeenten gezamenlijk een analyse uitvoeren van hoe het gebruik van de Wmo zich de komende jaren (zo mogelijk 5-20 jaar) zal ontwikkelen, tegen de achtergrond van verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. Op basis van deze analyse kunnen de betrokken partijen keuzes maken over de inrichting van de Wmo 2015 in de toekomst.