Beantwoording Kamervragen over het bericht dat duizenden zorgmedewerkers de zorgbonus missen

door | mei 17, 2021 | Nieuws uit Den Haag

Minister van Ark heeft vragen beantwoord over het bericht dat duizenden zorgmedewerkers de zorgbonus missen. Zij zegt hierover o.a. het volgende:

  • Met de bonusregeling zijn de financiële middelen ter beschikking gesteld aan zorgaanbieders voor het toekennen van een netto bonus van € 1.000. Deze bonus was bedoeld voor zorgmedewerkers die in de periode 1 maart 2020 – 1 september 2020 een uitzonderlijke prestatie hebben verricht in de strijd tegen COVID-19. Hoewel iedereen in de sector zorg en welzijn belangrijk werk doet, is de bonus dus specifiek voor deze groep bedoeld. De bonusregeling is een aanvulling op de reguliere beloningsmogelijkheden die elke zorgaanbieder als werkgever in Nederland heeft conform de van toepassing zijnde cao’s. Zorgaanbieders kunnen vanuit hun reguliere beloningsbeleid desgewenst aan uitzonderlijke prestaties zelf een extra beloning verbinden.
  • Het was aan de zorgaanbieder om te beoordelen of werknemers voor de bonus die met de bonusregeling ter beschikking is gesteld in aanmerking zouden komen. Het uitgangspunt van de bonusregeling was dat zorgaanbieders alléén voor degenen zouden aanvragen waarop de regeling was gericht. Dit uitgangspunt is bewust gekozen, omdat de werkgever het beste zicht heeft op de prestaties van werknemers op de werkvloer. De Rijksoverheid kan overigens de bonus niet zelf uitkeren aan de zorgprofessionals.
  • Om zorgaanbieders bij deze beoordeling te ondersteunen is door het Ministerie van VWS een handreiking opgesteld. Het wel of niet toekennen van de bonus behoorde tot de beoordelingsruimte van de zorgaanbieder. Dit uiteraard binnen de randvoorwaarden die in de bonusregeling zijn gesteld: er gold een maximum aan de verdiensten van de medewerker van 2x modaal, de zorgprofessional heeft gewerkt in de periode van 1 maart 2020 tot 1 september 2020 en de werkzaamheden zijn in dienstverband dan wel in opdracht van de zorgaanbieder verricht.
  • Van een opeisbaar recht op de bonus, indien aan de voorwaarden uit de bonusregeling werd voldaan, is geen sprake. Er dient naar het oordeel van de zorgaanbieder ook sprake te zijn van een uitzonderlijke prestatie in de zorg voor Covid-patiënten of de strijd tegen Covid-19. De zorgaanbieder beoordeelt of dat het geval is; de zorgaanbieder heeft immers zicht op de werkzaamheden van de zorgprofessional. Daarom is het niet mogelijk dat de zorgverlener of zzp’er voor zichzelf een aanvraag voor de bonus indient, deze kan immers niet objectief beoordelen of een uitzonderlijke prestatie is geleverd. Daarbij dient de kanttekening gemaakt te worden dat het oordeel van de werknemer en de werkgever kunnen verschillen. Indien deze situatie zich heeft voorgedaan, dan is het aan de werknemer om met de zorgaanbieder hierover in gesprek te gaan en om een toelichting te vragen. Dat neemt niet weg dat het niet ontvangen van de bonus, indien deze situatie zich voor heeft gedaan, als een teleurstelling door de betreffende zorgprofessional kan worden ervaren.

Beantwoording-Kamervragen