Met een wetsvoorstel wordt in de Wmo 2015 een grondslag gecreëerd om voor de huishoudelijke hulp een aparte passende eigenbijdragesystematiek vast te stellen via een algemene maatregel van bestuur. Daarnaast wordt het start- en pauzemoment voor de eigen bijdrage in het kader van de Wmo 2015 verduidelijkt.
Huishoudens met huishoudelijke hulp vanuit de Wmo 2015 gaan vanaf een bijdrageplichtig inkomen van 185% van het sociaal minimum een hogere bijdrage betalen. Naar verwachting zullen huishoudens met een hoger inkomen vanwege de hogere bijdrage minder snel een beroep doen op huishoudelijke hulp.
Aanbieders van huishoudelijke hulp in de Wmo 2015 zullen naar verwachting een afname of minder grote stijging van het beroep op huishoudelijke hulp ervaren. Als gevolg van deze maatregel zal er naar verwachting een minder groot beroep worden gedaan op de Wmo-voorziening huishoudelijke hulp en zullen de inkomsten van gemeenten uit eigen bijdragen toenemen.
Het CAK zal de nieuwe eigen bijdragesystematiek moeten inregelen in de eigen organisatie. De verduidelijking van het start- en pauzemoment leidt er naar verwachting toe dat gemeenten hier gelijk mee omgaan.