Vakantiegeld betalen over ORT
Is het nu wel of niet verplicht om ook over de ORT vakantiegeld (8%) te betalen? Ik meen dat in het verleden gecommuniceerd is dat ORT niet wordt meegenomen bij de berekening.
Op basis van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna: WMM) heeft een recht op een vakantiebijslag ten minste tot een bedrag van 8% van zijn ten laste van de werkgever komende loon. Onder loon wordt verstaan ‘de geldelijke inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking’, behoudens enkele in de wet opgesomde uitzonderingen. De onregelmatigheidstoeslag is een geldelijke inkomst uit hoofde van de dienstbetrekking en staat niet als uitzondering opgesomd. Uit artikel 16 WMM blijkt dat, onder andere bij cao, geen of een lagere vakantiebijslag kan worden bepaald.
Uit artikel 3.11 cao VVT blijkt dat de vakantiebijslag van 8% is verschuldigd over het maandelijks ontvangen salaris inclusief eventueel meerwerk. Uit de definities bij de CAO (pagina 10) blijkt dat onder salaris wordt verstaan: “een bruto bedrag waarop de werkgever sociale premies en belastingen inhoudt. Dit is exclusief toeslagen, bijdragen, uitkeringen, vergoedingen en tegemoetkomingen op basis van deze CAO.” Op basis van dit artikel concluderen wij dat de vakantiebijslag van 8% niet verschuldigd is over de onregelmatigheidstoeslag.
Salarisverhoging CAO voor meerverdieners
Per 1 juni is er een cao salarisverhoging van de CAO VVT. Moet een salarisverhoging op basis van de CAO VVT ook worden toegekend aan medewerkers die al een hoger salaris ontvangen dan het maximum van een schaal?
Het klopt dat per 1 juni 2020 een loonsverhoging van 3.5% volgt op basis van de CAO VVT.
De cao VVT is een standaard CAO. Dit betekent dat de cao de standaard vormt voor iedereen die onder de werkingssfeer van de CAO valt. Er mag daarom niet ten nadele van de CAO (‘de standaard’) worden afgeweken, maar dus ook niet ten voordele van een werknemer. In beginsel betekent dit dat een werknemer niet een hoger salaris kan hebben dan het maximum van de toepasselijke schaal. Vermoedelijk zijn er in dit geval specifieke redenen en/of afwijkende afspraken, waardoor het salaris toch boven de schaal uitkomt. Een verlaging van het salaris conform de waardering in de CAO is dan niet per definitie mogelijk.
Salarisverhoging CAO voor kantoormedewerkers
De CAO-verhoging geldt toch voor alle medewerkers dus niet alleen de zorg medewerkers maar ook de mensen die op kantoor werken?
Om te bepalen wie onder de CAO VVT valt, moet worden gekeken naar de werkingssfeer. Ingevolge artikel 1.2 van de CAO VVT is de CAO van toepassing op de individuele arbeidsovereenkomst tussen (i) de werknemer en (ii) de werkgever.
- De werknemer is de persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is bij de werkgever. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn (i) de directeur en eindverantwoordelijke die belast zijn met beleidsvoorbereiding en het beheer van de organisaties en daarvoor rechtstreeks verantwoording verschuldigd zijn aan het bestuur of de raad van toezicht; (ii) de vakantiekracht; en (iii) de persoon die incidenteel doceerwerkzaamheden verricht als uurdocent.
- De werkgever is ingevolge artikel 1.1 CAO VVT de organisatie als bedoeld in sub 1 dan wel sub 2 van artikel 1.1, dan wel een combinatie daarvan. Sub 1 betreft verpleeg- en/of verzorgingshuizen en sub 2 betreft thuiszorgorganisaties.
In lid 3 van artikel 1.2 CAO VVT is geregeld dat de CAO VVT op verzoek van de werkgever kan worden besloten dat de bepalingen uit de CAO VVT niet van toepassing zijn op werknemers indien:
- De arbeidsverhouding tussen de werkgever en zijn werknemers onder de werkingssfeer van meerdere CAO’s valt;
- Er sprake is van een toepassing van meerdere CAO’s in concernverband.
Nu in de CAO VVT geen uitzondering is gemaakt voor kantoorwerkzaamheden, vallen alle werknemers van de verpleeg- en/of verzorgingshuis ofwel thuiszorgorganisatie als bedoeld in artikel 1.1 CAO VVT (en daaronder vallen dus ook de werknemers die op kantoor werken) in beginsel onder de werkingssfeer van de CAO VVT. Echter kan op basis van artikel 1.2 lid 3 CAO VVT wellicht een uitzondering van toepassing zijn op deze werknemers. Dit is afhankelijk van de precieze werkzaamheden van de onderneming.
Wijziging WAB: nieuwe leerarbeidsovereenkomst bij wijziging uren
In het kader van de WAB kunnen we vanaf 01-01-2020 niet meer volstaan met een mutatieformulier bij bijv. aanpassingen van contractuele uren van medewerkers. We moeten dan een nieuw contract overeenkomen. Moet bij BBL leerlingen, dus leerlingen in loondienst die een leerarbeidsovereenkomst hebben, ook een nieuwe leerarbeidsovereenkomst worden afgesloten indien contractuele uren worden aangepast?
De WAB en ook de CAO vereisen niet dat bij een aanpassing van contractuele uren van werknemers een nieuw contract wordt overeengekomen. Als sprake is van een doorlopend contract en de werkgever wil de contractuele uren aanpassen, dient dit weliswaar te worden vastgelegd maar hoeft daarvoor niet een nieuw contract te worden overeengekomen.
Het voorgaande geldt ook voor BBL leerlingen, die ook gewoon werknemer onder de CAO zijn.
Verlof door niet zieke medewerker met gezinslid met coronaklachten
Een kind van een zorgmedewerker heeft coronaklachten en gaat getest worden. De werknemer heeft geen klachten, maar wil graag de uitslag afwachten voor hij komt werken. Wij staan dat toe. Ik lees op internet dat ik hem niet hoef ziek te melden. Mogen wij dan deze dagen als vakantiedagen noteren?
Wanneer bij iemand binnen het gezin sprake is ernstige klachten zoals verkoudheidsklachten en koorts en/of benauwdheid dient het hele huishouden thuis te blijven. Wanneer de werknemer wel in staat is om zijn werkzaamheden te verrichten, maar uit voorzorg het huis niet kan verlaten (zoals hier het geval is), kan hij niet verplicht worden om vakantiedagen op te nemen. Dat zou alleen kunnen als de werknemer daarmee instemt. Aangezien het kind van de werknemer ziek is, kan deze werknemer kortdurend zorgverlof of calamiteitenverlof opnemen. Calamiteitenverlof is bedoeld als tijdelijke noodmaatregel voor enkele uren of dagen. Gedurende het calamiteitenverlof heeft een werknemer recht op zijn volledige loon. Kortdurend zorgverlof zou in aansluiting opgenomen kunnen worden. Gedurende kortdurend zorgverlof heeft de werknemer recht op tenminste 70% van zijn loon.
Wij nemen aan dat werken vanuit huis voor deze zorgmedewerker niet mogelijk is, anders had hem gevraagd kunnen worden of hij zijn werkzaamheden vanuit huis verricht.
Toepassing van twee verschillende CAO’s
Wij openen een zorghotel. In dit zorghotel komen mensen te werken in de zorg, die automatisch onder de CAO VVT vallen. Daarnaast hebben we nog medewerkers van de huishouding, gastvrouw etc. die mogelijk onder de CAO horeca vallen. Echter op onze overige locaties hebben we ervoor gekozen om juist iedereen ongeacht de functie onder dezelfde werkingssfeer te schalen. Kunnen we medewerkers onder twee CAO’s indelen?
Uit de e-mail begrijpen wij dat er twee vragen zijn:
- Kunnen de medewerkers van het zorghotel zoals huishouding en gastvrouw onder de Horeca CAO vallen?
- Is het wettelijk toegestaan om, indien bepaalde werknemers onder de Horeca CAO vallen, toch op alle werknemers de CAO VVT toe te passen?
Wij zullen deze vragen hieronder afzonderlijk en op hoofdlijnen behandelen.
Werkingssfeer Horeca CAO
De werkingssfeer van de Horeca CAO (artikel 1.4) luidt als volgt:
- “De CAO is van toepassing op de werkgever als bedoeld in artikel 1.2 en zijn werknemers als bedoeld in artikel 1.5, ook als de onderneming het horecabedrijf en nevenactiviteiten voert (maar geen contractcatering volgens die CAO) binnen het gebied van exploitatie van zorg, sport, onderwijs, recreatie, beurscomplex, station of luchthavenbedrijf. In die gevallen zijn die activiteiten met horeca verwant en horen bij het horecabedrijf.
- De CAO wordt niet toegepast voor de onderneming of het deel van de onderneming waarvoor een andere rechtsgeldige cao geldt. Dat is het geval als voor die cao een kennisgeving van ontvangst is afgegeven volgens artikel 4 van de Wet op de loonvorming.”
Onder werkgever wordt krachtens lid 1.2 van de Horeca CAO verstaan: “De natuurlijke persoon of rechtspersoon, dan wel maatschap, de vennootschap gevormd door twee of meer natuurlijke en/of rechtspersonen gezamenlijk die een onderneming exploiteert waarin (i) uitsluitend of in hoofdzaak activiteiten worden verricht die tot het (ii) horecabedrijf behoren en die daarvoor een of meer werknemers in dienst heeft.”
Een onderneming wordt geacht in hoofdzaak activiteiten in het horecabedrijf te verrichten, indien de loonsom uit de horeca-activiteiten meer dan 50% van de totale loonsom uitmaakt.
- Onder horecabedrijf wordt volgens artikel 1.3 verstaan: “De onderneming waarin het hotel-, pension-, het restaurant-, het café-, het cafetaria-, het lunchroom- of het cateringbedrijf (daaronder niet begrepen het contractcateringbedrijf) wordt uitgeoefend. Overige ondernemingen waarin de verstrekking van logies, gepaard gaande met dienstverlening of de verstrekking van maaltijden, spijzen of dranken voor verbruik ter plaatse, als bedrijf plaats heeft.”
Om te bepalen of de medewerkers in de huishouding en gastvrouw onder de werkingssfeer vallen van de Horeca CAO moet vastgesteld worden of het zorghotel in hoofdzaak activiteiten in het horecabedrijf verricht. Dit is het geval indien van de totale loonsom van het zorghotel meer dan 50% uit horeca-activiteiten bestaat.
Toepassen CAO VVT mogelijk?
Afhankelijk van het antwoord op vraag 1, vallen de betreffende werknemers onder de werkingssfeer van de Horeca CAO. Op het moment dat de werknemers onder deze werkingssfeer vallen, moet in beginsel ook de Horeca CAO worden toegepast. Echter is in artikel 1.4 lid 2 van de Horeca CAO hiertoe een uitzondering opgenomen. Volgens dit artikel wordt de CAO niet toegepast voor de onderneming of het deel van de onderneming waarvoor een andere rechtsgeldige CAO geldt.
Uit onderstaande e-mail begrijpen wij dat het zorghotel onder de werkingssfeer van de CAO VVT valt. Wij gaan ervan uit dat dit reeds is vastgesteld en gaan daarom niet nader in op de werkingssfeer van de CAO VVT. De CAO VVT is te kwalificeren als een ‘andere rechtsgeldige CAO’ waarvoor een kennisgeving van ontvangst is afgegeven op 21 februari 2019. Op basis van artikel 1.4 lid 2 Horeca CAO is het aldus wettelijk toegestaan om iedereen, ongeacht de functie, onder de werkingssfeer van de CAO VVT te schalen.