Samenvatting debat digitale ontwikkelingen in de zorg van 10 april

door | apr 17, 2025 | Algemeen

Het verslag van de vaste commissie van VWS op 10 april 2025 over digitale ontwikkelingen in de zorg laat zien dat de Kamer brede zorgen en ambities heeft rond databeveiliging, privacy, interoperabiliteit en de inzet van kunstmatige intelligentie. Mevrouw De Korte (NSC) uit zorgen over de gebrekkige naleving van de NEN7510-norm en pleit voor snelle invoering van Privacy Enhancing Techniques (PET’s) en Multiparty Computation (MPC). Zij wil een opt-out regeling voor secundair datagebruik, aandacht voor quantumveiligheid en de inzet van ethische hackers. Ook stelt ze de oprichting van een landelijke uitvoeringsautoriteit digitale zorg voor. D66 vraagt daarbij om versterking van de primaire gegevensuitwisseling tussen zorgprofessionals.

De heer Klaassen (PVV) wijst op het belang van goede domeinnamen bij zorginstellingen, verplichte aansluiting op het Landelijk Register Zorgaanbieders en wettelijke verplichting van de NEN7522-norm. Hij maakt zich zorgen over de commercialisering van gezondheidsdata en pleit voor een opt-in systeem bij de European Health Data Space (EHDS). PVV steunt het voorstel van GL-PvdA voor open source systemen om monopolies te voorkomen.

Mevrouw Paulusma (D66) tempert de verwachtingen van AI in de zorg, ziet vooral kansen voor administratieve verlichting, maar vindt dat AI nog niet volwassen is. Zij dringt aan op meer regie en tempo en vraagt naar de voortgang van de opt-out regeling voor spoedzorg. Ook maakt ze zich zorgen over het verdwijnen van digitaliseringsmiddelen uit het Integraal Zorgakkoord.

De heer Bushoff (GL-PvdA) benadrukt het belang van bescherming van de digitale infrastructuur tegen buitenlandse overnames en pleit voor standaarden die data-openheid en overstapgemak bevorderen. Mevrouw Van der Hil (VVD) vindt snelle gegevensuitwisseling cruciaal en wil hybride zorg verplicht stellen voor chronische patiënten, met daarbij passende tarieven en beloning. Zij waarschuwt voor cyberdreigingen uit landen als China en Rusland. BBB wil een kwartiermaker die de voortgang in gegevensdeling en AI aanjaagt en steunt de opt-out voor spoedzorg. CDA waarschuwt voor overspannen verwachtingen van AI en benadrukt het belang van een solide basisinfrastructuur.

De minister constateert breed draagvlak voor meer regie en stelt dat data-uitwisseling essentieel is, onder meer voor medicatieoverdracht en acute zorg. Verplichte standaarden, zoals SNOMED, worden ingevoerd en het einddoel ligt in 2035, met kernprojecten in 2025-2027. AI wordt gezien als kansrijk, maar niet als wondermiddel; er komen planningstools en spraakgestuurde verslaglegging, en in Q2 2025 volgt een uitgewerkt AI-plan. De opt-out voor secundair gebruik van data wordt via EHDS geregeld; voor spoedzorg komt geen aparte wet, omdat EHDS dit dekt. Standaardisatie en data-openheid worden wettelijk verplicht waar mogelijk, en in het derde kwartaal van 2025 volgt duidelijkheid over verplichtingen voor leveranciers. De zorgsector wordt aangemerkt als vitale infrastructuur, fusies en overnames worden getoetst via de Wet VIVO en de naleving van NEN7510 wordt versterkt met meer toezicht en cyberweerbaarheidstoetsen. Tot slot zijn er moties ingediend voor directe opt-out bij spoedzorg (D66), verplichte hybride zorg voor chronische patiënten (VVD) en de aanstelling van een onafhankelijke kwartiermaker (BBB), terwijl de minister toezegt werk te maken van onder meer SNOMED, open standaarden, PET’s, AI en fusiecontrole van digitale infrastructuur.

Deze samenvatting is tot stand gekomen aan de hand van het verslag van lobbykantoor BPRA Public Affairs.