Blog: grensoverschrijdend gedrag in de zorg (deel 2)

door | jul 3, 2025 | Algemeen


Inleiding
Dit blog is een vervolg op het eerdere blog over grensoverschrijdend gedrag in de zorg tussen medewerkers. Dit blog richt zich op grensoverschrijdend gedrag van cliënten ten opzichte van zorgmedewerkers en de maatregelen die werkgevers in dat geval kunnen treffen.
Zorgmedewerkers komen tijdens het werk in allerlei onvoorspelbare situaties terecht die hun (gevoel van) veiligheid kunnen beïnvloeden. Zij krijgen te maken met de cliënt, diens omgeving én de naasten. Met name in de thuiszorg kunnen lastige situaties met cliënten zich voordoen, omdat medewerkers er daar alleen voor staan wanneer zij te maken krijgen met grensoverschrijdend
gedrag, doordat collega’s fysiek op afstand zijn1.

Het is daarom van belang om goed op de hoogte te zijn van de mogelijkheden rondom de beëindiging van de behandelrelatie wanneer voortzetting daarvan wegens grensoverschrijdend gedrag door een cliënt niet langer in redelijkheid kan worden gevergd. Door zorgaanbieders wordt in de praktijk veelvuldig geworsteld met het beëindigen van de geneeskundige
behandelingsovereenkomst.

In dit blog zal kort worden stilgestaan bij het juridisch kader rondom het opzeggen van de behandelingsovereenkomst. Vervolgens zal aan de hand van jurisprudentie worden geïllustreerd hoe deze opzegging kan geschieden in geval van grensoverschrijdend gedrag door een cliënt jegens de medewerker. Afgesloten wordt met een aantal aanbevelingen voor de zorgaanbieder.


Juridisch kader
In afwijking van de algemene regels voor opzegging van een overeenkomst van opdracht, bepaalt art. 7:460 BW voor de zorgaanbieder dat deze een behandelingsovereenkomst slechts kan opzeggen wanneer hier ‘gewichtige redenen’ voor zijn. Deze bepaling strekt ertoe de cliënt te beschermen in diens afhankelijke positie ten opzichte van de zorgaanbieder.
Aan een eenzijdige beëindiging door een zorgaanbieder worden strenge eisen gesteld wat betreft de onderbouwing van het besluit en de zorgvuldige uitvoering ervan2. Dit vraagt om een duidelijk beleid, onder andere het zorgvuldig documenteren van gebeurtenissen die tot het besluit tot beëindiging van de zorgverlening leiden, maar ook wat betreft de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het bestuur van de zorgaanbieder en de medewerkers of de overdracht van de zorgverlening naar een andere zorgaanbieder.


Gewichtige redenen
Welke situatie een gewichtige reden vormt in de zin van art. 7:460 BW is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Onheus, agressief of anderszins grensoverschrijdend gedrag van de cliënt jegens de hulpverlener kan een geldige reden zijn voor beëindiging. Wanneer de reden van de beëindiging is gelegen in het gedrag van de naasten van de cliënt stelt de rechter zwaardere eisen aan het beëindigen van de overeenkomst, zo is af te leiden uit de (tucht)rechtspraak. De gedachte daarachter is dat (kwetsbare) cliënt niet het slachtoffer zouden mogen worden van onenigheden tussen hun naasten en de zorginstelling.


Zorgvuldige beëindiging
De eventuele beëindiging van de behandelovereenkomst dient zorgvuldig plaats te vinden. Als de reden van de opzegging is gelegen in het gedrag van de cliënt wordt in beginsel van de zorgaanbieder verwacht dat deze, voordat tot beëindiging van de overeenkomst wordt overgegaan, een aantal stappen heeft gezet. De cliënt moet duidelijk zijn aangesproken op het ongewenste gedrag, en er
moet zijn aangedrongen op verandering. De zorgverlener moet de cliënt ook echt de kans hebben gegeven om het gedrag aan te passen, en duidelijk hebben gemaakt dat de behandeling wordt stopgezet als dat niet gebeurt.

Als een zorgaanbieder de overeenkomst (wegens gewichtige redenen) opzegt op een moment waarop de behandeling niet kan worden uitgesteld, dient hij voor adequate vervanging van de zorg te zorgen. De plichten die voortvloeien uit de behandelingsovereenkomst blijven geldig tijdens de overgangsperiode tussen het opzeggen van de behandelingsovereenkomst en het vinden van voornoemde vervanging.
De medische beroepsethiek, door welke de zorgaanbieder zich naast de wettelijke verplichtingen altijd moet laten leiden, brengt mee dat de hulpverlener de hulpbehoevende te nimmer in de steek mag laten. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan toepassing van dit kader ertoe leiden dat de zorgaanbieder mag stoppen met het verlenen van zorg. Illustratief hiervoor is een uitspraak van de rechtbank Rotterdam3.


Voorbeeld uit de jurisprudentie
In deze zaak heeft een zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst succesvol kunnen beëindigen op grond van grensoverschrijdend gedrag door een cliënt. De man, aan wie thuiszorg werd verleend, was verbaal agressief tegen zijn zorgverleners. Na veelvuldige incidenten, bedreigingen en onacceptabel gedrag besloot de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst op te zeggen. De mentor van de man vorderde daarop in dit kort geding voortzetting van de zorg. De zorgaanbieder nam een andere partij in onderaanneming om de zorg te verlenen. Deze gaf na een aantal weken echter te kennen hier niet langer toe bereid te zijn, waarna de zorgaanbieder de thuiszorg aan de man heeft hervat. Intussen had de zorgaanbieder in samenspraak met de mentor een PGB aangevraagd zodat daarna niet langer zorg hoefde te worden verleend.

Naar het oordeel van de rechter heeft de zorgaanbieder voldoende aannemelijk gemaakt dat het gedrag van de cliënt grote impact had op en een groot gevoel van onveiligheid veroorzaakte bij de zorgmedewerkers en ontwrichtend werkte op het klimaat binnen de zorgaanbieder. Ondanks herhaalde pogingen en waarschuwingen bleef de man het grensoverschrijdende gedrag vertonen, en was hij daarover niet aanspreekbaar. Naar het oordeel van de rechter vormde dit een gewichtige reden om de behandelingsovereenkomst te beëindigen. In dit geval woog het belang van de zorgmedewerkers om in een veilige omgeving zorg te kunnen verlenen zwaarder dan het belang van de cliënt, die bij herhaling gewaarschuwd was, om zorg te blijven ontvangen.


Aanbevelingen
Ten eerste is het van belang om een duidelijk stappenplan voor beëindiging van de behandelovereenkomst te hebben en de overgangsperiode in het oog te houden, waarin passende vervangende zorg moet worden geregeld. Ook is het van belang uw cliënten en hun naasten voor aanvang van de zorg in te lichten over de – in het vorige blog behandelde – geldende gedragsnormen
binnen uw instelling. Daarnaast is het verstandig de met de cliënt gemaakte afspraken én gegeven waarschuwing(en) vast te leggen in het medisch dossier.

Met dank aan

  1. Bijlage 8 cao VVT 2025-2026, ‘Alleen werken↩︎
  2. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 19 juli 2023, ECLI:NL:TGZCTG:2023:119, r.o. 4.7 ↩︎
  3. Rechtbank Rotterdam 13 februari 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:1087 ↩︎